H5 Globalisering 1.2 (Les 2)
1 / 13
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Welke voorwaarde van
de interactietheorie
van Ullman zie je hier?
de interactietheorie
van Ullman zie je hier?
A
Complementariteit
B
Transporteerbaarheid
C
Geen tussenliggende mogelijkheden
D
Wel tussenliggende mogelijkheden
Slide 5 - Quiz
Welke voorwaarde van
de interactietheorie
van Ullman zie je hier?
de interactietheorie
van Ullman zie je hier?
A
Complementariteit
B
Transporteerbaarheid
C
Geen tussenliggende mogelijkheden
D
Wel tussenliggende mogelijkheden
Slide 6 - Quiz
Welke voorwaarde van
de interactietheorie
van Ullman zie je hier?
de interactietheorie
van Ullman zie je hier?
A
Complementariteit
B
Transporteerbaarheid
C
Geen tussenliggende mogelijkheden
D
Wel tussenliggende mogelijkheden
Slide 7 - Quiz
Welke voorwaarde van
de interactietheorie
van Ullman zie je hier?
de interactietheorie
van Ullman zie je hier?
A
Complementariteit
B
Transporteerbaarheid
C
Geen tussenliggende mogelijkheden
D
Wel tussenliggende mogelijkheden
Slide 8 - Quiz
Leg aan de hand van de theorie van Ullman uit waarom er vrij weinig handel is tussen Nederland en Nieuw-Zeeland.
Slide 9 - Open question
Sinds er een directe spoorverbinding voor goederentreinen is tussen Tilburg en China is de export van Nederlandse producten naar China toegenomen. Welke voorwaarde van de theorie van Ullman hoort hierbij?
Slide 10 - Open question
Nederland exporteert steeds meer zuivelproducten naar China. Een van de redenen is dat er in China steeds meer vraag is naar zuivelproducten terwijl ze het nog niet zo veel zelf produceren. Nederland produceert al jaren veel meer dan we gebruiken. Welke voorwaarde van Ullman hoort hierbij?
Slide 11 - Open question
Leg uit hoe het kan dat China toch veel Nederlandse zuivelproducten importeert terwijl er heel veel landen tussen China en Nederland liggen (tussenliggende mogelijkheden).
