6.2 terugblik

6.2 - Krachten opvangen terugblik
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

6.2 - Krachten opvangen terugblik
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Slide

L6 -1 Je weet in welke eenheid kracht gemeten wordt.
L6 -2 Je weet dat kracht een uitwerking van bewegingsenergie is.
L6 -3 Je kunt het trappetje van metriek toepassen op Newton.
L6 -4 Je weet welke drie uitwerkingen een kracht kunnen hebben.
L6 -5 Je weet dat er verschillende krachten zijn en je kunt deze koppelen aan gegeven situaties.
L6 -6 Je kent een aantal duurzame manieren om bewegingsenergie om te zetten in elektrische energie.
L6 -7 Je kunt de zwaartekracht op een voorwerp berekenen als de massa gegeven is en andersom.
L6 -8 Je weet wat de wetenschappelijke betekenis van gewicht is.
Natuurlijk zijn de leerdoelen ook te vinden in de leerlijst!

Leerdoelen 6.1
Klik eens op de play knop!

Slide 2 - Slide

L6 -9 Je weet hoe je een vormvaste figuur kunt maken.
L6 -10 Je kunt een vector tekenen en lezen.
L6 -11 Je kunt bij verschillende bruggen aangeven hoe de krachten verdeeld worden.
Natuurlijk zijn de leerdoelen ook te vinden in de leerlijst!

Leerdoelen 6,2

Slide 3 - Slide

Marieke fietst naar huis. Ondertussen werkt er een zwaartekracht van 750 Newton (N) op haar.
Over welke grootheid en eenheid gaat het hierboven?
Sleep vanuit het keuzevak de juiste woorden naar de plek.
keuzevak:
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afkorting eenheid
Fz
Fspan
Kracht
fietsen
Newton
N
750
snelheid
Beweging

Slide 4 - Drag question


 Bereken de zwaartekracht op een pen met een massa van 15,3 gram.
timer
1:00
A
15,3 x 9,81 = 150,1 N
B
0,153 x 9,81 = 1,50 N
C
153 x 9,81 = 1500,9 N
D
0,0153 x 9,81 = 0,15 N

Slide 5 - Quiz


Wat is in deze afbeelding de vector?
A
Vliegtuig
B
krachtenpijl
C
1cm = 40.000 N
D
Aangrijpingspunt

Slide 6 - Quiz


Hoe groot is de getekende kracht.
A
3,3 N
B
5 N
C
8,3 N
D
16,5 N

Slide 7 - Quiz


Geef aan bij de vector hoe groot de getekende kracht is.

Slide 8 - Open question


Zoals je hiernaast kunt zien werken er 2 krachten op deze brug. Welke 2 krachten?
A
Veerkracht Spankracht
B
Duwkracht Trekkracht
C
Spankracht Trekkracht
D
Veerkracht Spankracht

Slide 9 - Quiz

Bouw een zo stevig mogelijk brug die een afstand van minimaal 30 cm kan overbruggen. 
Opdracht:
Eisen:
  • Je gebruikt vormvaste figuren.
  • Je gebruikt zo min mogelijk materiaal.
  • Hij moet een zelf gekozen voorwerp kunnen dragen. 
  • Hoe zwaarder het voorwerp hoe hoger de waardering.
De gene die de beste brug bouwt wint een leuke prijs!

Slide 10 - Slide

Afspraken
  • Je open de lessonup die ik zo deel. (praktische opdracht 6.2)
  • Je komt in een groepje van 4 personen.
  • Overleg met elkaar de opdracht, wissel ideeën uit.
  • Ga aan de gang met de opdracht (blijf in teams aanwezig)
  • De opdracht moet aankomende vrijdag klaar en ingeleverd zijn (foto via Lessonup). 
  • Prijsje bepalen gebeurd in de eerst volgende les na inleveren.

Slide 11 - Slide