Grammatica hf. 3, klas 3

Grammatica hf. 3
Klas 3
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Grammatica hf. 3
Klas 3

Slide 1 - Slide

Aan het einde van deze les:

1. weet je dat zinsdelen heel lang kunnen zijn

2. weet je wat samengestelde zinnen zijn.

3. kun je de persoonsvorm en het onderwerp in een samengestelde zin vinden.

Slide 2 - Slide

Lange zinsdelen

Sommige zinsdelen zijn erg lang. Kijk naar het voorbeeld.


De vrouw die in het park loopt met dat kleine hondje is de buurvrouw van mijn opa en oma geweest.

Slide 3 - Slide

Samengestelde zinnen

Zinnen met één persoonsvorm is een enkelvoudige zin.

Zinnen met twee of meer persoonsvormen noemen we een samengestelde zin.

Slide 4 - Slide

Voorbeeld:

a. Ik eet een reep Tony Chocolonely. Ik ben er dol op.

Bij a. zie je twee enkelvoudige zinnen.

b. Ik eet een reep Tony Chocolonely, omdat ik er dol op ben.

Zin b. is een samengestelde zin.

Slide 5 - Slide


Samengestelde zinnen kun je herkennen aan verbindingswoorden (ook wel voegwoorden of signaalwoorden genoemd) zoals:

en, want, maar, voordat

Slide 6 - Slide

Wat heb ik aan die informatie?

1. Je weet nu dat je bij het zinsontleden moet opletten, omdat er meerdere persoonsvormen in een zin kunnen zitten.

2. Je moet dit kunnen om de spellingsregels goed toe te kunnen passen. Vraag 1 bij werkwoordspelling is immers: Is het de persoonsvorm?

Slide 7 - Slide

Nadat Peter ziek was in de toetsweek, moest hij zijn toets inhalen.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 8 - Quiz

Claudia's zangleraar vindt dat zij talent heeft.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 9 - Quiz

Oom Harry had pannenkoeken gebakken en we aten ze achter elkaar op.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 10 - Quiz

Ik wil graag naar huis, want ik voel me niet lekker.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 11 - Quiz

Maak zelf een samengestelde zin.

Slide 12 - Open question


Ga aan het werk met opdracht 1 t/m 8 op bladzijde 103 t/m 105.

De bijvoeglijke bepaling hoef je niet te kennen.

Slide 13 - Slide

Heb je een vraag?

Vraag hulp aan je buurman of buurvrouw. Weet deze het antwoord ook niet? Noteer je vraag op het bord en kijk of een andere klasgenoot je verder kan helpen. Let hierbij op je volume!

Slide 14 - Slide

Terug naar de lesdoelen:
Heb je de doelen behaald?

Slide 15 - Slide

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 16 - Open question