Rondje Nederland kennismaken **

Wat weet jij over Nederland?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NT2BasisschoolGroep 7

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat weet jij over Nederland?

Slide 1 - Slide

Rotterdam is de hoofdstad van Nederland
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

De Nederlandse Koningin heet ..
A
Amalia
B
Maxima
C
Beatrix
D
Ariane

Slide 3 - Quiz

De meeste mensen in Nederland zijn Christelijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Hoe heten de buurlanden van Nederland?
A
Belgie en Duitsland
B
Italie en Belgie
C
Belgie en Frankrijk
D
Duitsland en Frankrijk

Slide 5 - Quiz

Wanneer vieren we in Nederland Koningsdag?
A
27 april
B
15 juli
C
6 december
D
30 april

Slide 6 - Quiz

Hoeveel mensen wonen er in Nederland?
A
6 miljoen
B
10 miljoen
C
15 miljoen
D
17 miljoen

Slide 7 - Quiz

Op het plaatje zie je de Nederlandse vlag
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Met welke munt (geld) betaal je in Nederland?

Slide 9 - Open question

Welke zee hoort bij Nederland?
A
de Waddenzee
B
de Noordzee
C
de Stille Oceaan
D
de Middellandse zee

Slide 10 - Quiz

Welke seizoenen kennen we in Nederland?

Slide 11 - Open question

In Nederland wisselt het weer vaak. Dan zon, dan regen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

In Friesland spreken de mensen een eigen taal: Nederlands EN Fries.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

De haven in Rotterdam is de grootste in Europa
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

In Suriname, Aruba, België en Zuid-Afrika wordt ook Nederlands gesproken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

In welke provincie zijn we nu?
A
Zeeland
B
Limburg
C
Noord-Brabant
D
Gelderland

Slide 16 - Quiz

Deze bloemen zijn echt Nederlands. Hoe heten ze?
A
Zonnebloemen
B
Tulpen
C
Rozen
D
Boterbloemen

Slide 17 - Quiz

Hoe heet dit Nederlands snoepje?
A
pepernoot
B
gum
C
drop
D
stroopwafel

Slide 18 - Quiz

Hoe heet dit Nederlands snoepje?
A
pepernoot
B
gum
C
drop
D
stroopwafel

Slide 19 - Quiz

Wie is deze man?
A
Kerstman
B
Sinterklaas
C
Zwarte piet
D
Claus

Slide 20 - Quiz