Herhalingsquiz H1: Wereldbeeld

1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Inloggen
  • Inlogcode invoeren
  • Naam invoeren

Slide 2 - Slide

Programma
  • Quiz over H1 'Wereld'
  • 3 vragen per paragraaf
  • Winnaar wint warme chocomelk! 
  • Nummers 2 t/m 5 strijden ook op een warme chocomelk, winnaar van de hoofdrekensom krijgt er ook één!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat maakt globalisering mogelijk?

(2 antwoorden goed)
A
Transporttechnologie
B
Ruimtestations in de ruimte
C
Informatie- en communicatietechnologie
D
Vliegtuigen die overal naartoe kunnen vliegen

Slide 5 - Quiz

Door 'Tijd-ruimtecompressie' wordt de wereld ...
A
Groter
B
Blijft hij gelijk
C
Kleiner
D
Eén stad

Slide 6 - Quiz

Wat is een mno?
A
Bedrijf met één grote vestiging
B
Bedrijf met werknemers over de hele wereld
C
Bedrijf dat alleen in één land opereert
D
Bedrijf met fabrieken en vestigingen in meerdere landen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Wat is de vrijemarkteconomie?
A
Bedrijven bepalen prijzen zelf, rol overheid minimaal
B
Economische relatie tussen 2 of meerdere landen
C
Overheid bepaalt de prijzen en met welke landen bedrijven mogen handelen
D
Liberaliseren

Slide 9 - Quiz

Wat zijn 2 van de 4 factoren waar mno's de locatie van hun bedrijf voor bepalen?

(2 antwoorden goed)
A
De arbeidsmarkt (loon- en kennisniveau)
B
Belastingvoordelen
C
Stad met meer dan 10 miljoen inwoners
D
Locatie gelegen in het centrum of semiperiferie

Slide 10 - Quiz

Van welke maatregel, om vrijhandel tegen te gaan, is de volgende zin een voorbeeld?

''Den Haag blokkeert de levering van nog eens 50.000 computerchips door het Chinese Huawei. Het geeft liever de voorkeur aan Nederlandse start-ups''
A
Importquota
B
Tariefmuren
C
Belastingheffing
D
Planeconomie

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Uit welke 3 gebieden bestaat de 'Triade'?
A
België, Nederland, Luxemburg
B
Noord-Amerika, EU, Azië
C
VS, VK, Japan
D
Noord-Amerika, EU, Japan

Slide 13 - Quiz

Naar welke regio verplaatst de 'global shift' zich?
A
Naar Oost-Azië
B
Naar Afrika
C
Naar Centraal-Amerika
D
Naar Zuidoost-Azië

Slide 14 - Quiz

Onder invloed waarvan vindt de verschuiving van de productie van goederen plaats?
A
Bereikbaarheid
B
Lage lonen
C
Belastingvoordelen
D
Politieke stabiliteit

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Door welke 4 factoren wordt difussie aangejaagd?

(meerdere antwoorden goed)
A
Migratie
B
Handel
C
Toerisme
D
Informatietechnologie

Slide 17 - Quiz

Welk begrip wordt in de volgende zin omschreven?

''De gemeenschappelijke voertaal dat in een gebied wordt gesproken tussen mensen met verschillende moedertalen''
A
Lingua franca
B
Difussie
C
Homogenisering
D
Bilangual

Slide 18 - Quiz

Globalisering brengt niet alleen eenheid, maar ook diversiteit.

Een voorbeeld van heterogenisering is:

(2 antwoorden goed)
A
Een Afrikaanse supermarkt in Londen
B
In Aziatische landen wordt kerst steeds vaker gevierd
C
China Towns in Amerikaanse steden
D
In heel de wereld vind je tegenwoordig een McDonalds

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Stelling:

'De Europese Unie is een voorbeeld van 'ontschotting tussen landen'
A
Eens
B
Oneens

Slide 21 - Quiz

Wat is een 'pullfactor' voor Marokkanen & Turken toen zij in de jaren '60 & '70 naar Nederland kwamen?
A
Waren vroegere koloniën van Nederland, mochten vrij emigreren naar Nederland
B
Behoorden destijds tot het 'Koninkrijk der Nederlanden'
C
Gunstiger klimaat om landbouw te bedrijven
D
Kans op werkgelegenheid & inkomen

Slide 22 - Quiz

Waarom zou de natuurlijke bevolkingsgroei in Oost-Europa groter dan die van West-Europa zijn?
A
Ze krijgen per baby €1000 van de overheid
B
In armere landen kinderen nodig om geld te verdienen voor het gezin: overleven
C
Ze hebben vaker 'zin'
D
Ze zijn het gewend vanuit hun voorouders, die maakten ook veel kinderen

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Op welke manier profiteren 'doorgangslanden' van hun gunstige geografische ligging?
A
Krijgen ontwikkelingshulp om migratiestroom te beperken
B
Migranten stimuleren de lokale economie door geld uit te geven
C
Migranten vestigen zich er en helpen de economie doen groeien
D
Migranten brengen hun cultuurkenmerken met zich mee: difussie

Slide 25 - Quiz

Stelling:

''Een wereldstad is een stad met meer dan 10 miljoen inwoners''
A
Eens
B
Oneens

Slide 26 - Quiz

Op welk van de 3 schaalniveaus vindt difussie van cultuurelementen plaats in het volgende voorbeeld?

''In Algerije spreken ze naast Arabisch ook Frans''
A
Tussen landen: moederland en (vroegere) kolonie
B
Mondiaal
C
Regionaal: tussen stad - platteland
D
Continentaal

Slide 27 - Quiz