Wat? §2 opdracht 2,4,5,6
Hoe? je mag samenwerken met je buur, dit doe je fluisterend.
Hulp? Je buur en eventueel de atlas.
Vragen? Steek je vinger op, werk ondertussen verder aan een andere opdracht. Ik kom vanzelf bij je langs.
Klaar? Maak woordkaartjes, bedenk oefenvragen of gebruik de leerdoelen om een samenvatting te maken.