31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
32. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
33. Opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen: nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme, feminisme.
34. Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces.
35. De opkomst van emancipatiebewegingen
36. Discussies over de sociale kwestie