6.1 De achtergrond van het conflict.

Hoofdstuk 6: 
Het Israëlisch-Palestijnse conflict


§6.1 De achtergrond van het conflict
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6: 
Het Israëlisch-Palestijnse conflict


§6.1 De achtergrond van het conflict

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom het gebied waar nu Israël ligt, een belangrijk gebied is voor Joden, christenen en moslims.
  • Je kunt de oorzaken en gevolgen noemen van het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk.
  • Je kunt oorzaken en gevolgen noemen van de verhuizing van joden naar Palestina vóór 1939.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom het gebied waar nu Israël ligt, een belangrijk gebied is voor Joden, christenen en moslims.

Slide 3 - Slide

Voorgeschiedenis
Om het Israëlisch-Palestijns conflict goed te kunnen begrijpen moeten we 3000 jaar terug in de tijd.

Slide 4 - Slide

Drie geloven

Slide 5 - Slide

Joden in het Romeinse Rijk 

  • Leefden in de provincie Judea (huidige Israël)
  • Joods koninkrijk 
  • Romeinen veroveren dit gebied rond het jaar 1
  • Spanningen tussen Romeinen en Joden: Romeinen geloven in meerdere goden (polytheïsme), Joden maar in één god (monotheïsme). 

Slide 6 - Slide

Joden
  • Een eigen taal, cultuur en godsdienst. 
  • Heilig boek 'Tenach' 
  • Hun God werd vereerd in een grote Tempel in Jeruzalem.  

Slide 7 - Slide

Joodse diaspora
  • Na een Joodse opstand tegen de romeinen worden Joodse rituelen verboden en de Joodse Tempel werd verwoest (70 na Chr.)

  • Steeds meer Joden trekken/vluchten weg uit de provincie Judea (latere naam: Syria-Palestina)

  • De verspreiding van het Joodse volk over de hele wereld heet diaspora.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Christendom
  • Uit het Joodse geloof was het Christendom ontstaan.  
  • Belangrijk verschil: christenen willen anderen bekeren.
  • Grote delen van Europa en het Midden-Oosten werden hierdoor christelijk. 

Slide 10 - Slide

Islam
  • In de 7e eeuw kwam de islam op.
  • Ook de islam is een monotheïstische godsdienst.
  • In het Midden-Oosten verdrong de islam het christendom bijna helemaal. 

Slide 11 - Slide

Overeenkomsten
1. Eén God (monotheïstisch)
2. Eén heilig boek.
3. Jeruzalem is belangrijk.

Slide 12 - Slide

Jeruzalem
  • Voor alle drie de geloven is Jeruzalem een heilige stad met belangrijke heiligdommen. 
  • Daardoor is er heel wat strijd geweest over wie Jeruzalem mag besturen.
  • Ook nu is hier nog ruzie over. 

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de oorzaken en gevolgen noemen van het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk.

Slide 14 - Slide

Ottomaanse Rijk (Turkse Rijk)


  • Rond 1450: ontstaan
  • In de 19e eeuw steeds zwakker. Nauwelijks industrie. 
  • Ottomaanse Rijk kon niet op tegen  staten zoals Frankrijk en Groot-Brittannië.
  • Begin 20ste eeuw werd het Midden-Oosten interessanter i.v.m. de ontdekking van olievelden.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

  • Tijdens WOI lukte het Westerse landen een groot deel van Ottomaanse Rijk te veroveren.
  • Na 1918 werd het gebied opgeknipt in enkele mandaatgebieden: Gebied dat op verzoek van de Volkenbond (voorloper VN) werd bestuurd door een ander land.
  • De Britten bestuurden Palestina.

Slide 17 - Slide

Arabische nationalisten
Groot-Brittannië beloofde in 1915 aan de Arabieren om van Palestina een onafhankelijke Arabische staat te maken. Dit in ruil voor hun strijd tegen de Ottomanen in de eerste wereldoorlog. 

Groot-Brittannië beloofde ook aan Joden een eigen staat in Palestina. 

Slide 18 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt oorzaken en gevolgen noemen van de verhuizing van joden naar Palestina vóór 1939.

Slide 19 - Slide

Antisemitisme
  • Joden waren vaak een minderheid in Europa
  • West Europa vanaf 1800 minder gewelddadig door wetten 
  • Oost Europa leefden Joden afgeschermd. Bij spanningen werden zij slachtoffer van pogroms.

Slide 20 - Slide





Een pogrom is een gewelddadige uitbarsting van jodenhaat

Slide 21 - Slide

Zionisme
  • = Joods nationalisme, streven naar een onafhankelijke staat. 
  • In 1917 Britse minister Balfour belooft dat ze een staat mogen stichten in Palestina

Slide 22 - Slide

Groot-Brittannië doet dus een dubbele belofte: 

  1. 1915: beloofden ze Arabische nationalisten om hen te helpen van Palestina een onafhankelijke Arabische staat te maken
  2. 1917: Arthur Balfour beloofde dat de Joden een 'nationaal tehuis' mochten stichten in Palestina. 

Slide 23 - Slide

Joodse immigratie - Palestijnse problemen
  • Door de Britse toezegging van een Joods nationaal tehuis: veel Joodse immigranten (ongeveer 40.000) naar Palestina 

  • Rijke Joden kopen veel grond van Arabische grootgrondbezitters: Palestijnse Arabieren worden van hun land gezet

Slide 24 - Slide

Joodse immigratie – Palestijnse problemen 
  • Grote immigratie en Joodse landaankoop zorgen voor irritatie en angst bij de Palestijnse Arabieren

  • In het gebied ontstaan rellen

  • Joden vinden dat de Britten niet genoeg doen tegen het Arabische geweld en richten daarom hun eigen 'leger' op (Hagana)

Slide 25 - Slide

Opkomst Adolf Hitler 1933
  • Anti-Joodse wetten zorgen voor emigratie uit Europa

  • Veel Joden willen het liefst naar de VS maar dat land heeft strenge immigratiewetten

  • Joden kiezen daarom voor Palestina. Gevolg: 170.000 Joodse migranten in drie jaar tijd

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom het gebied waar nu Israël ligt, een belangrijk gebied is voor Joden, christenen en moslims.
  • Je kunt de oorzaken en gevolgen noemen van het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk.
  • Je kunt oorzaken en gevolgen noemen van de verhuizing van joden naar Palestina vóór 1939.

Slide 28 - Slide