Discussie (debat)les

Opdracht voor cijfer
Laatste week
1 / 21
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Opdracht voor cijfer
Laatste week

Slide 1 - Slide

      Afspraken
  1. Telefoon in kluis, oortjes uit
  2. Juiste spullen voor je
  3. Zitten volgens plattegrond 
  4. Stil tijdens uitleg
  5. Respecteer elkaar
timer
1:00

Slide 2 - Slide

      Planning vandaag
0- 5       Opstarten
5-10      even voorstellen
5-10      Theorie (argumenten)
10-30   Stellingen voorbereiden
30-55   Discussiëren/debatteren
  







timer
1:00

Slide 3 - Slide

      Even voorstellen


Mevrouw van As... 
timer
1:00

Slide 4 - Slide

      Leerdoelen

  • Je kan je kennis over informatie opzoeken en
argumenten geven inzetten in een debat.
timer
1:00

Slide 5 - Slide

      Snelle check
Feiten, meningen, argumenten. 


Hoeft niet in te loggen. Roept u maar!

timer
1:00

Slide 6 - Slide

Joe Biden is president van de VS
A
feit
B
mening

Slide 7 - Quiz

Drillrap is gevaarlijke muziek
A
feit
B
mening

Slide 8 - Quiz

Discriminatie is in Nederland verboden
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quiz

Homoseksualiteit is aangeboren
A
feit
B
mening

Slide 10 - Quiz

Jullie klas is een leuke klas
A
feit
B
mening

Slide 11 - Quiz

Wat is een argument?
A
Een discussiepunt
B
Waarom je iets vindt
C
Neutrale manier van denken
D
Een reden waarom je iets niet leuk vindt

Slide 12 - Quiz

Feit of mening:
In Nederland regent het vaak.
A
feit
B
mening

Slide 13 - Quiz

Welk woord ontbreekt in de volgende zin?
Voor een goede mening heb je goede ………………. nodig.

A
argumenten
B
ideeën
C
problemen

Slide 14 - Quiz

Wat is NIET belangrijk voor een goede mening?
A
de feiten kennen
B
proberen om je gelijk te halen
C
argumenten gebruiken
D
probleem van verschillende kanten bekijken

Slide 15 - Quiz

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. In een mening geef je aan hoe je ergens over denkt.
2. Voor een goede mening moet je argumenten hebben.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 16 - Quiz

Meningen en argumenten
Als iemand zijn mening wil                                                                                    verdedigen, legt hij uit waarom hij                                                                                        iets vindt Dit noem je een argument.


Veel gebruikte signaalwoorden bij                                                                      argumenten zijn: 
want, omdat, daarom, namelijk

Slide 17 - Slide

Debat
Regels:
  • Respectvol
  • Uit laten praten
  • Steek je vinger op, docent geeft de beurt

Hoe werkt het!
  • Kies een kant: voor of tegen
  • 15 minuten voorbereiding: 3 argumenten bedenken. Waarom vind je iets? 
  • 10 minuten per stelling

Slide 18 - Slide

Over de streep
Regels:
  • Kies of je voor of tegen bent. 
  • Bedenk 3 goede argumenten per stelling
  • na of tijdens het debat mag je van plek veranderen, niets mis met je mening aanpassen na nieuwe informatie!
wie is de beste debater?

Slide 19 - Slide

Stellingen
1. Leerlingen zouden ChatGPT op school mogen gebruiken om huiswerk te maken
2. Sociale media hebben meer negatieve dan positieve invloed op jongeren en (moet dus verboden worden voor jongeren).
3. Energiedrankjes moeten verboden worden voor jongeren onder 15 jaar
4. Helmen moeten verplicht worden voor fatbike bestuurders

Slide 20 - Slide

        Stelling 3
2. 

 Helmen moeten verplicht worden voor 
fatbike bestuurders
timer
10:00

Slide 21 - Slide