kennismaking met een kunstenaar

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

¿Conoces a esta persona?

trefwoorden: Mexico, vrouw, ziek, Diego Rivera, zelfportretten

Su nombre es...

1. Frida Kahlo
2. Penelope Cruz
3. Rosalia
4. Mafalda

Los animales en el cuadro son

1. gatos
2. monos
3. perros
4. niños

Onthoud:

Er is, er zijn = HAY

¿Cuantos monos hay?
Escribe en letras.

En la pintura __________ en diferentes colores.

1. hay la mariposa
2. hay una mariposa
3. hay las mariposas
4. hay mariposas

El vestido de Frida Kahlo es

1. blanco
2. amarillo
3. rojo
4. azul

00:37

una bolsa

una camiseta

una taza

pegatinas

00:39

"cara" kun je vertalen door?

01:22

Door de ziekte POLIO, heeft ze een misvormd

1. linkerbeen
2. linkerhand
3. rechterbeen
4. rechterhand

01:38

Welke weinig voorkomende sport voor meisjes beoefent ze in haar jeugd?

01:54

¿Cómo se dice...?
een gebroken wervelkolom: una columna ...

01:58

¿Cómo se dice...?
breuken = ...

02:26

Wat kon ze nog doen in bed?
da el infinitivo del verbo

03:18

Welk leeftijdsverschil was er tussen Frida Kahlo en Diego Rivera?

03:33

Met welke dieren werden ze vergeleken?
Anota el nombre para la mujer (la +...)
Y
el nombre del hombre (el +...)

03:50

Hoe was hun relatie?
Weet je ook waarom?

04:18

Wat schilderde Frida NIET?

1. zelfportretten
2. landschappen
3. stillevens
4. dieren

04:31

Tot welke kunststroming wordt haar werk vaak gerekend (hoeveel zij daar niet mee akkoord ging)?
"Ik schilder geen dromen, ik schilder mijn eigen realiteit."

04:57

Sus obras son como un diario.
¿Cómo traducir la palabra?

1. een krant
2. een pijnlijk verhaal
3. een dagboek
4. een afscheid

05:40

WAt is GEEN kenmerk van Frida?

1. Ze had een baardje
2. Ze droeg traditionele klederdracht
3. Ze had een unibrow
4. Ze was vrijgevochten

05:56

Waarover had ze het NIET
in haar werk?

1. zelfdestructie
2. borstvoeding
3. abortus
4. moederschap

06:15

¿Cómo se llama su casa?
Es la casa...

¿Qué recordar?

1. Frida Kahlo es una pintora.
   
2. Es de México.
3. Frida Kahlo usa muchos colores en sus pinturas.
4. Sus autorretratos* son muy famosos.
   
   * autorretrato = zelfportret
   

Ahora, ¡a trabajar!

Per 2 zoeken jullie info op over het leven, de stijl, het werk van ...

en daarna brengen jullie dat op boeiende wijze over

kunstenaars: Botero / Dalí / El Greco / Gaudi / Goya / Miró / Picasso / Sorolla / Velazquez