LJ1- 1.9 woordenschat / LJ2 1.9 + 1.10

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: LJ1 1.9 Voltooid deelwoord - LJ2 1.9 + 1.10
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3.
Lesdoel
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: LJ1 1.9 Voltooid deelwoord - LJ2 1.9 + 1.10
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3.
Lesdoel
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
 LJ1: Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 33. 
 

LJ2: Jullie werken nog een paar minuutjes verder aan AMN

Huiswerk controle 

Slide 2 - Slide

3. lesdoel LJ1
Aan het eind van deze les:
- Begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden

Slide 3 - Slide

4. Instructie
Schooltaalwoorden:

Dit zijn woorden die je meestal niet thuis gebruikt, maar op school. Het is belangrijk dat je de betekenis ervan begrijpt, anders begrijp je de schooltekst niet of kun je de uitleg van je docent niet goed volgen. 

Slide 4 - Slide

4. Instructie
Wat zou je kunnen doen wanneer je de betekenis van een woord niet weet:

Vandaag leer je dan dat je naar de plaatjes kunt kijken om de betekenis van een woord te achterhalen. 

Slide 5 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Uitleg van de opdrachten. 

Slide 6 - Slide

6. Zelfstandig werken LJ1
Je maakt zelfstandig opdracht 33 en 34 op blz 34/35.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 7 - Slide

1. Lesopening LJ2
Pak je boek en je schrift van Nederlands en open je boek op blz 28. 

Huiswerk controle 

Slide 8 - Slide

3. lesdoel LJ2
Aan het eind van deze les:
- Weet je wat een voltooid deelwoord is
- Waar je een voltooid deelwoord aan kan herkennen

Slide 9 - Slide

Wanneer gebruik je een
voltooid deelwoord?
Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord. Voltooid betekent dat iets is afgerond. 

Voorbeeld:
Het regent → Het is nu aan het regenen.
Het heeft geregend → De regen is voorbij, het is nu droog.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Voltooid Deelwoord
Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-
gelopen - gefietst - gemaakt

Een voltooid deelwoord kan ook met be- beginnen
betaald -  begroet - begraven

Een voltooid deelwoord kan ook met ver- beginnen
verrast - verteld - verhuisd

Zwakke werkwoorden: -t of -d
Sterke werkwoorden: -t of -en

Slide 12 - Slide

Voltooid Deelwoord
Een voltooid deelwoord kan ook met ont- beginnen
ontdekt - ontwaakt - ontvoerd
Een voltooid deelwoord kan ook met her- beginnen
herdenkt - herplaatst - hersteld
 
Een voltooid deelwoord eindigt op: 
klankvaste werkwoorden: -t of -d
klankveranderde werkwoorden: -t of -en

Slide 13 - Slide

Wat is een voltooid deelwoord?
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Persoonsvorm

Slide 14 - Quiz

Wat is hier het voltooid deelwoord?
Ze hebben gisterenavond samen macaroni gegeten
A
Ze
B
Hebben
C
Macaroni
D
Gegeten

Slide 15 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin?

Ik heb sperziebonen gekocht, want ik wist niet zeker of je spinazie lust.
A
lust
B
heb
C
wist
D
gekocht

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

afwezigh....d
A
ei
B
ij

Slide 20 - Quiz

nationalit.....t
A
ei
B
ij

Slide 21 - Quiz

heerl....k
A
ei
B
ij

Slide 22 - Quiz

5. Begeleid inoefenen
Bespreken opdrachten. 

Slide 23 - Slide

6. Zelfstandig werken LJ1
Je maakt zelfstandig opdracht 7 en 9 op blz 29 t/m 30.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 24 - Slide

Evaluatie
Hoe ging de les? 
Heb je nog ergens vragen over?


Huiswerk LJ1:                                                  Huiswerk LJ2:
Dinsdag 28 september                               Dinsdag 28 september
1.9 opdracht 33 en 34.                                1.9 en 1.10 opdracht 7 en 9     

Slide 25 - Slide