H4.1 Hitler aan de macht

1 / 40
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Opdracht-1a
a.
Maak de zinnen kloppend.
De burgers op de foto zijn inwoners van Duitsland / Tsjecho-Slowakije. Ze voelen zich het meest verbonden met Duitsland / Tsjecho-Slowakije. Het gevoel bij een land te horen, heet ook wel fascisme / nationalisme.
 

Slide 2 - Slide

Opdracht-b
Gebruik bron 2 van de oriëntatie. Bestond het land Tsjecho-Slowakije nog in 1939?
Leg je antwoord uit.
  • Nee, want een deel van het land (Sudetenland) was door Duitsland ingenomen.

Slide 3 - Slide

Sudetenland

Slide 4 - Slide

Opdracht-2a
Gebruik ook de begrippenlijst. Maak de zinnen kloppend.
– NSDAP staat voor Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij .
– De ideeën van de NSDAP heten ook wel het nationaalsocialisme .
– In het jaar 1933 kreeg Hitler als leider van de NSDAP alle macht in Duitsland.
– Een bestuursvorm waarbij één persoon alle macht heeft, heet een dictatuur.

Slide 5 - Slide

Opdracht-2b
Gebruik zo nodig paragraaf 4 ‘De economische wereldcrisis’ van hoofdstuk 3. Welke
drie ideeën horen bij de NSDAP?
A De politieke partijen moeten beter samenwerken en meer overleggen.
B Democratie werkt niet: de regering kan niet eens de crisis oplossen.
C Duitsland moet stoppen met het betalen van geld aan de geallieerden.
D Duitsland moet de schade van de Eerste Wereldoorlog herstellen.
E Het is terecht dat Duitsland de schuld van de Eerste Wereldoorlog kreeg.
F Het maakt niet uit of je bankier of arbeider bent, als je maar Duitser bent.

Slide 6 - Slide

Opdracht-2
B Democratie werkt niet: de regering kan niet eens de crisis oplossen.
C Duitsland moet stoppen met het betalen van geld aan de geallieerden.
F Het maakt niet uit of je bankier of arbeider bent, als je maar Duitser bent.

Slide 7 - Slide

Opdracht-3a
Vul de zinnen aan.
In de leertekst staan vijf  redenen die de populariteit van de nazi’s verklaren.
Ik herken deze redenen aan het opsommingsteken (de puntjes!)
In de laatste alinea van de leertekst staat hoe Hitler aan de macht kwam.

Slide 8 - Slide

Opdracht-3a

Slide 9 - Slide

Opdracht-3b
Hitler beloofde de Duitsers dat hij de werkloosheid zou oplossen. Leg uit waarom hij door die belofte heel populair werd.
  • Er waren veel werklozen door de economische crisis. Zij hoopten op werk en meer inkomen.


Slide 10 - Slide

Opdracht-4a
De poster maakt duidelijk dat Hitler tegen democratie is. Waaruit blijkt dat?
  • Er staat dat het Duitse volk en rijk één leider nodig hebben.


Slide 11 - Slide

Opdracht-4b
Leg uit dat bron 2 een voorbeeld van propaganda (politieke reclame) is.
  • Deze poster probeert mensen ervan te overtuigen dat Hitler de juiste persoon is om Duitsland te besturen.

Slide 12 - Slide

Opdracht-5a
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
A De NSDAP en andere partijen werken samen in de regering (jan 1933).
B De NSDAP wordt bij verkiezingen de grootste partij van Duitsland (1932).
C Duitsland raakt in een grote economische crisis (1929).
D Het parlement stemt in met een wet die Hitler tijdelijk alle macht geeft (feb 1933).
E Hitler verbiedt alle politieke partijen, behalve de NSDAP (mrt 1933).
De juiste volgorde is: 

Slide 13 - Slide

Opdracht-5a
De juiste volgorde is: C, B, A, D, E.

Slide 14 - Slide

Opdracht-5b
Maak de zin kloppend.
Hitler kreeg in 1933 wel / niet op een democratische manier alle macht.
  • Hitler kreeg in 1933 wel / niet op een democratische manier alle macht.

Slide 15 - Slide

Opdracht-5c
Welke twee redenen horen bij je antwoord op vraag b?
A De NSDAP bedreigde parlementsleden.
□ B De NSDAP gebruikte propaganda om stemmen te winnen.
□ C De NSDAP haalde bij de verkiezingen veel stemmen.
□ D De NSDAP haalde Duitsland uit de economische crisis.
E De NSDAP verbood andere politieke partijen.

Slide 16 - Slide

Opdracht-6
Vanaf 1933 was Duitsland een dictatuur.
Noem twee kenmerken van een dictatuur die in de leertekst staan.
  • Hitler nam alle belangrijke besluiten
  • De NSDAP was de enige toegestane partij.
  • Er was geen vrijheid van meningsuiting 
  • Duitsers hoorden alleen propaganda van de nazi’s.

Slide 17 - Slide

Opdracht-7
Duitse jongens moesten lid worden van de nationaalsocialistische jeugdvereniging, de Hitlerjugend. Hieronder staan vier zinnen over de Hitlerjugend.
Bij welk kenmerk van het nationaalsocialisme passen ze? Maak de juiste combinaties.

Slide 18 - Slide

Opdracht 8a
Een nationaalsocialistisch idee: ‘Alles wat met het leger te maken heeft, is goed.’
Hoe zie je dit idee in de bron terug?
  • De mannen die in uniform marcheren, worden toegejuicht.

Slide 19 - Slide

Opdracht 8b
Een nationaalsocialistisch idee: ‘Het volk is een eenheid.’
Hoe zie je dit idee in de bron terug?
  • Er zijn op het plaatje alleen mensen te zien die aanhangers zijn van de nationaalsocialisten.

Slide 20 - Slide

Opdracht 8c
Hoe blijkt uit deze bron dat de regering bepaalt wat kinderen moeten denken?
  • Dit plaatje staat in een schoolboek: kinderen leren op school dat het nationaalsocialisme goed is.

Slide 21 - Slide

Opdracht 9a
Bedenk om welke reden deze boeken werden verbrand.
  • In de boeken stonden waarschijnlijk ideeën waar de nazi’s het niet mee eens waren.
  • Het waren boeken van Joodse schrijvers.

Slide 22 - Slide

Opdracht 9b
Leg uit dat de gebeurtenis in bron 4 past bij een totalitaire samenleving.
  • In een totalitaire samenleving wil de regering het denken van de mensen beheersen. Mensen mogen dus geen boeken meer lezen waarin ‘verkeerde’ ideeën staan.

Slide 23 - Slide

Huiswerk
4.1 Hitler aan de macht
Lees 'Op weg naar oorlog' (blz.21)
Beantwoord het leerdoel • Je kunt twee voorbeelden noemen waaruit blijkt dat Hitler vanaf 1933 aanstuurde op een oorlog.
Maken opdrachten 10 t/m 13

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

0

Slide 26 - Video

Opdracht 10a
Na welke oorlog werd het Verdrag van Versailles gesloten?
  • Na de Eerste Wereldoorlog (in 1919).

Slide 27 - Slide

Opdracht 10b
Wat stond er in het Verdrag van Versailles? Vul de zinnen aan.
– Over de oorlogsschade:
  • Duitsland moest de schade vergoeden/ betalen.
– Over het Duitse grondgebied:
  • Duitsland moest grondgebied (en de koloniën) afstaan.
– Over het leger:
  • Duitsland mocht geen groot leger hebben ('slechts 100.000 soldaten).

Slide 28 - Slide

Opdracht 10c
Welke twee maatregelen van Hitler gingen tegen het Verdrag van Versailles in?
A De Duitse economie herstellen.
B Het Duitse leger uitbreiden.
C Snelwegen aanleggen.
D Stoppen met de oorlogsschade betalen.
E Werkende vrouwen ontslaan.
Juiste antwoorden:
  • B en D

Slide 29 - Slide

Opdracht 11a
Hieronder staan twee maatregelen van Hitler. Leg uit hoe door deze maatregelen de werkloosheid in Duitsland snel afnam.
– Veel werkende vrouwen werden ontslagen, waardoor 
  • meer banen vrijkwamen voor werkloze mannen.
– Bedrijven moesten wapens, tanks en munitie maken, waardoor 
  • er veel nieuwe banen ontstonden.

Slide 30 - Slide

Opdracht 11b
Rond 1936 waren veel Duitsers best tevreden met Hitler. Noem daarvoor een reden.
  • De werkloosheid was afgenomen en de Duitse economie was sterker geworden. 
  • Veel Duitsers waren blij dat Hitler had gebroken met het Verdrag van Versailles.

Slide 31 - Slide

Opdracht 12a
Rechts staan drie zaken die Hitler nodig had als hij oorlog wilde voeren. Welke
maatregel nam Hitler om elk van die zaken te bereiken?

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Opdracht 12b
Vul de zinnen aan.
– Hitler vond dat de grensstreek van Tsjecho-Slowakije bij Duitsland hoorde, omdat
  • er veel Duitssprekende mensen woonden.
– Groot-Brittannië en Frankrijk gaven Duitsland toestemming het gebied in te nemen,
  • omdat Hitler beloofde dat hij niet meer gebieden zou innemen.

Slide 34 - Slide

Opdracht 12c
Wat zou de regering van Tsjecho-Slowakije van deze gebeurtenissen gevonden hebben?
  • De regering van Tsjecho-Slowakije voelde zich verraden, omdat ze een deel van haar land kwijtraakte.

Slide 35 - Slide

Opdracht 13a
Wat zou de regering van Tsjecho-Slowakije van deze gebeurtenissen gevonden hebben?
  • De regering van Tsjecho-Slowakije voelde zich verraden, omdat ze een deel van haar land kwijtraakte.

Slide 36 - Slide

Opdracht 13b
Wat zou de regering van Tsjecho-Slowakije van deze gebeurtenissen gevonden hebben?
  • De regering van Tsjecho-Slowakije voelde zich verraden, omdat ze een deel van haar land kwijtraakte.

Slide 37 - Slide

Opdracht 13c
Wat zou de regering van Tsjecho-Slowakije van deze gebeurtenissen gevonden hebben?
  • De regering van Tsjecho-Slowakije voelde zich verraden, omdat ze een deel van haar land kwijtraakte.

Slide 38 - Slide

H4.2 | De wereld in oorlog,
De Duitse opmars, blz. 24 + 25
opdrachten: 1 t/m 6

Slide 39 - Slide

Opdracht 13c
Wat zou de regering van Tsjecho-Slowakije van deze gebeurtenissen gevonden hebben?
  • De regering van Tsjecho-Slowakije voelde zich verraden, omdat ze een deel van haar land kwijtraakte.
blz. 25

Slide 40 - Slide