Quiz belangrijke woordjes/zinnetjes Duits

Weektaak
m. Kapitel 6 §Sprechen
Als je de paragraaf afgesloten hebt met een groen vinkje, dan ga je door naar de eindopdracht.
Endaufgabe: Erzähle etwas über dich und deine Ausbildung, dein Praktikum, deine Arbeit

1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Weektaak
m. Kapitel 6 §Sprechen
Als je de paragraaf afgesloten hebt met een groen vinkje, dan ga je door naar de eindopdracht.
Endaufgabe: Erzähle etwas über dich und deine Ausbildung, dein Praktikum, deine Arbeit

Slide 1 - Slide

Inhoud Presentatie
Je gaat nu zelf een 1-minuut presentatie schrijven waarin je volgende punten verwerkt:
• Zorg voor een goed begin
• Zeg welke dag en datum het is
• Vertel je naam, leeftijd, woonplaats, hobby’s
• Vertel welke school + opleiding je bezoekt en in welk jaar je zit
• Vertel wanneer je naar school gaat en wanneer je werkt
• Vertel wat je werktijden en werkzaamheden zijn
• Zorg voor een passende afsluiting


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Quiz - wat weet je nog

Slide 4 - Slide

Hoe kun je iemand begroeten in het Duits?
A
Guten Tschüss
B
Guten Tag
C
Hallo
D
Ciao

Slide 5 - Quiz

Hoe kun je afscheid nemen in het Duits?
A
Auf Morgen
B
Bis bald
C
Auf Wiedersehen
D
Auf tschüss

Slide 6 - Quiz

Mein ... ist Leonie.
A
Name
B
Vorname
C
Nachname
D
heiße

Slide 7 - Quiz

Mein ... ist van Eldik.
A
name
B
Naame
C
Nachname
D
nachname

Slide 8 - Quiz

Ich gehe zur ... (mbo).
A
Mbo
B
Mittelschule
C
Praktikum
D
Berufsschule

Slide 9 - Quiz

Ich mache eine ICT ... (opleiding)
A
Ausbildung
B
Aufleitung
C
Praktikum
D
Berufsschule

Slide 10 - Quiz

Ich mache ... (stage).
A
Praktikant
B
Stage
C
Praktikum
D
Nebenjob

Slide 11 - Quiz

Ich habe einen ... (bijbaan) beim Jumbo.
A
Praktikum
B
Nebenjob
C
Beibahn
D
Arbeit

Slide 12 - Quiz

Het vraagwoord 'wat'
A
Wat
B
Wo
C
Wie
D
Was

Slide 13 - Quiz

Het vraagwoord 'wie'
A
Wer
B
Wie
C
Wo
D
Woher

Slide 14 - Quiz

Het vraagwoord 'hoe'
A
Wo
B
Wie
C
Wer
D
Wie spät

Slide 15 - Quiz

Het vraagwoord 'waar'
A
Wo
B
Wer
C
Woher
D
Wohin

Slide 16 - Quiz

Wat betekent 'bedankt en een fijne dag'?
A
Danke und tschüss.
B
Danke und einen guten Tag.
C
Danke und einen schönen Tag.

Slide 17 - Quiz

Tschüss

Slide 18 - Slide