3.4 De stedelijke cultuur van Nederland

3.4 De Stedelijke cultuur van NL
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.4 De Stedelijke cultuur van NL

Slide 1 - Slide

Planning van deze les
3.4 Instructie
3.4 Onderzoeks- opdracht

Slide 2 - Slide

Deze week leer je...
  • Hoe de welvaart in Nederland leidde tot een bloeiende cultuur
  • Welke religieuze vrijheid er was in Nederland
  • Welke migranten zich in Nederland vestigden en waarom
  • Kenmerkend aspect: burgerlijk bestuur en stedelijke cultuur in Nederland.

Slide 3 - Slide

Herhaling: Wie is de man die je hier rechts ziet?
A
Maarten Luther
B
Desiderius Erasmus
C
Filips de II
D
Johannes Calvijn

Slide 4 - Quiz

Kaart Europese religies 1600

Slide 5 - Slide

Rijk versus soberheid

Slide 6 - Slide

Een nieuw soort klant voor kunst
  • Buitenland: Kerk en vorsten als klanten voor kunst.
  • Republiek: Rijke burgers als klanten voor kunst
  • Gevolg: Nieuw soorten kunst.

Slide 7 - Slide

NL burgers willen ander soort kunst
  • In calvinisme was kunst verboden.
  • Dus burgers wilden kunst van het dagelijkse leven, (groeps)portretten en minder statig.
  • Onderdeel van Stedelijke Cultuur.

Slide 8 - Slide

Opkomst van de Nederlandse literatuur
  • Verhalen en gedichten werden erg populair.
  • Levenslessen in dichtvorm populair (bijv. van Jacob Cats en Joost van den Vondel). 

Slide 9 - Slide

Andries Bicker
  • Symbool van de rijkdom tijdens de Gouden Eeuw. 

Slide 10 - Slide

Gewetensvrijheid
''Recht om te geloven wat je wilt''
Niet hetzelfde als Godsdienstvrijheid.

Slide 11 - Slide

Maar...
Alleen gereformeerden (calvinisten) mochten regent worden of andere overheidsfuncties krijgen in de Republiek.

Slide 12 - Slide

De strikte Gereformeerden
  • Statenvertaling zorgde dat meer Nederlanders de Bijbel konden lezen.
  • Veel mensen luisterden trouw naar  strenge dominees. 
  • Katholieke kerk was officieel verboden.
  • Openlijk ongeloof werd nog niet getolereerd.
  • Filosoof Baruch Spinoza was een van de weinigen die openlijk niet in de God vd Christenen en Joden geloofde. 

Slide 13 - Slide

Grootschalige migratie (honderdduizenden tijdens de Gouden Eeuw).
Pushfactoren:
  • Oorlogsgeweld
  • Geloofsvervolging
Pullfactoren:
  • Geloofsvrijheid
  • Welvaart
  • Werkgelegenheid

Slide 14 - Slide

Planning van deze les
3.4 Instructie
3.4 Onderzoeks- opdracht

Slide 15 - Slide

Onderzoek één van de volgende stellingen
  • De Republiek was in de 17e eeuw een tolerant land.
  • De Republiek was anders dan andere landen in Europa.
  • Migratie was in het voordeel van de Republiek.

Formuleer ten minste twee voor- en twee tegenargumenten op voor één van deze stellingen.

Slide 16 - Slide