Tekstverbanden en signaalwoorden 2

Nederlands

Nederlands

LAATSTE LES VÓÓR DE TOETSWEEK!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2,3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands

Nederlands

LAATSTE LES VÓÓR DE TOETSWEEK!

Slide 1 - Slide

Verbanden en signaalwoorden
Doelen van de les:
- je kunt signaalwoorden herkennen
- je kunt zins- en alineaverbanden herkennen
(door de signaalwoorden op te sporen)


Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Zowel basis als kader maken Lezen blok 4 de opdrachten 1 t/m 5

Slide 15 - Slide

We gaan nu oefenen. 
Leerstof:
Chronologisch, tegenstellend en opsommend tekstverband!

Slide 16 - Slide

Oefenen
We gaan nu oefenen. 

Slide 17 - Slide

Oefenen


We starten met een zestal vragen over zinsverbanden.
Daarna kijken we nog kort naar alineaverbanden in een tekst.

Slide 18 - Slide

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
tijdsvolgorde
echter
maar
ook
nadat
daarnaast
terwijl

Slide 19 - Drag question

Ten eerste wil ik zeggen dat ik kan, ten tweede dat ik zin heb en dat ik mag.
A
tegenstellend
B
chronologisch
C
opsommend
D
toelichtend

Slide 20 - Quiz

Voordat Peter naar school gaat, ontbijt hij met zijn moeder. Daarna vertrekt hij naar zijn vriend.
A
opsommend tekstverband
B
chronologisch (tijdsvolgorde)
C
tegenstellend tekstverband
D
doel/middel verband

Slide 21 - Quiz

Net als in veel landen is het in Nederland verboden mensen te discrimineren op grond van ras.
A
vergelijkend
B
chronologisch
C
tegenstellend
D
opsommend

Slide 22 - Quiz

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
chronologisch (tijdsvolgorde)
B
oorzaak-gevolg
C
tegenstellend
D
opsommend

Slide 23 - Quiz

Vanwege het lawinegevaar konden we niet gaan langlaufen.
A
oorzaak/gevolg
B
chronologisch (tijdsvolgorde)
C
tegenstellend
D
opsommend

Slide 24 - Quiz