Wet- en regelgeving Overige zoogdieren

Wet- en regelgeving
Hfd. 5 Werken in de dierverzorging
1 / 44
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wet- en regelgeving
Hfd. 5 Werken in de dierverzorging

Slide 1 - Slide

Wat weet je al van wet- en regelgeving voor (zoog)dieren?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Wat staat er in de wet dieren centraal?
A
Hoeveel dieren er voor productie gebruikt mogen worden.
B
De intrinsieke waarde van het dier.
C
Hoeveel honden er in Europa gehouden mogen worden.
D
Wie er mag fokken met dieren.

Slide 7 - Quiz

De Wet Dieren heeft als doel de kwaliteit van het welzijn en de gezondheid van dieren te waarborgen
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

De Wet Dieren werkt volgens het nee, tenzij principe

A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

In de Wet Dieren staan details en specifieke regels

A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

In de Wet Dieren staan ook regels over wilde dieren
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

In artikel 1.3 wordt de intrinsieke waarde van het dier genoemd. Wat wordt hiermee bedoeld?

Slide 12 - Open question

Marie ziet buiten op straat een rondzwervend (huis-)konijn dat op 3 poten rondhupt, het dier heeft duidelijk moeite met bewegen. Is Marie verplicht dit dier te helpen ook al is het niet haar konijn?

Slide 13 - Open question

Op een kleindierenkeuring wordt een prijsvraag uitgeschreven. De hoofdprijs is jonge cavia van een ras naar keuze. Mag dit?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Besluit Houders van Dieren
  • Bevat regels waaraan houders van dieren moeten voldoen rondom huisvesting en verzorging.
  • Ook staan er regels in rondom opvangen, fokken, verhandelen van dieren.
  • Globaal: dierenwelzijn centraal, 5 vrijheden verwerkt in de wetgeving. 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Opdracht Besluit Houders van dieren
Jullie gaan zo meteen in verschillende groepen  een onderdeel van het Besluit Houders van dieren lezen en bespreken. Vervolgens zorg je dat je de essentie van het artikel/de artikelen (= antwoord op de vraag) op een begrijpelijke manier aan de rest van de klas kan overbrengen:

  • Artikel 1.3 Wat mag je, volgens de wet, niet doen met dieren?
  • Artikel 1.4 Wanneer komt een diersoort in aanmerking om op de huisdierenlijst te komen?

Slide 25 - Slide

Opdracht Besluit Houders van dieren
  • Artikel 1.6 Wat zijn de basisvoorwaarden bij het houden van dieren?
  • Artikel 1.7 Wat verstaat men onder goede verzorging?
  • Artikel 1.8 Wat verstaat de wet onder goede huisvesting van dieren?

Jullie krijgen 20 minuten voor deze opdracht
Daarna bespreken we jullie antwoorden klassikaal


Slide 26 - Slide

Artikel 1.3. Verboden gedragingen ten aanzien van dieren
  • het zich ontdoen van een dier;
  • het schoppen van een dier;
  • het zodanig slaan van een dier dat dit letsel ten gevolge heeft;
  • het onderwerpen van een dier aan een explosieve, bijtende of brandende stof;
  • het weiden van een dier op niet beweidbaar land of, anders dan voor korte duur, weiden op slecht beweidbaar land
  •  het zich vervoeren of verplaatsen, het zich laten vervoeren of laten verplaatsen of een ander doen vervoeren of doen verplaatsen op een dier of in of op een vervoermiddel dat wordt voortbewogen door een dier, indien dat vervoeren of verplaatsen de krachten van dat dier kennelijk te boven gaat, of indien het dier daartoe kennelijk niet geschikt is.

Slide 27 - Slide

Artikel 1.6 Houden van dieren
  • De bewegingsvrijheid van een dier wordt niet op zodanige wijze beperkt dat het dier daardoor onnodig lijden of letsel wordt toegebracht.
  • Een dier wordt voldoende ruimte gelaten voor zijn fysiologische en ethologische behoeften.
  • Een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico’s en zo nodig roofdieren.
  •  De houder van een dier dat in een gebouw of kooi wordt gehouden, draagt er zorg voor dat het dier daaruit niet kan ontsnappen.

Slide 28 - Slide

Artikel 1.7 Verzorgen van dieren (1)
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier:

  • wordt verzorgd door een persoon die beschikt over de voor die verzorging nodige kennis en vaardigheden;
  • slechts onder de hoede wordt gesteld van een persoon die kennelijk tot de verzorging in staat is;
  •   dat ziek of gewond lijkt onmiddellijk op passende wijze wordt verzorgd;
  •   een toereikende behuizing heeft onder voldoende hygiënische omstandigheden;

   

Slide 29 - Slide

Artikel 1.7 Verzorgen van dieren (2)
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier:

  •  een voor dat dier toereikende hoeveelheid gezond en voor de soort en de leeftijd geschikt voer krijgt toegediend op een wijze die past bij het ontwikkelingsstadium van het dier;
  • toegang heeft tot een toereikende hoeveelheid water van passende kwaliteit of op een andere wijze aan zijn behoefte aan water kan voldoen;
  •  voldoende verse lucht of zuurstof krijgt.

Slide 30 - Slide

Artikel 1.8 Behuizing
  • Een ruimte waarin een dier wordt gehouden, wordt voldoende verlicht en verduisterd om aan de ethologische en fysiologische behoeften van het dier te voldoen.

  • Behuizingen, waaronder begrepen de vloer, waarin een dier verblijft en inrichtingen voor de beschutting voor een dier zijn op zodanige wijze ontworpen, gebouwd en onderhouden dat bij de dieren geen letsel of pijn wordt veroorzaakt en bevatten geen scherpe randen of uitsteeksels waaraan het dier zich kan verwonden..

Slide 31 - Slide

Artikel 1.8 Behuizing (2)
  • In de ruimte waarin een dier wordt gehouden, worden geen materialen en, in voorkomend geval, bodemdekking gebruikt die ongeschikt of schadelijk zijn voor het dier.


  • De materialen, bedoeld in het derde lid, kunnen eenvoudig worden gereinigd en ontsmet

Slide 32 - Slide

Regeling Houders van Dieren
  • Meer gedetailleerde wetgeving.
  • Bijvoorbeeld: de huisdierenlijst (bekend)
  • Hierop staan beperkt aantal zoogdiersoorten die een particulier mag houden.
  • Diersoort niet op de lijst? -> niet toegestaan om te houden!
  • Nu lijst zoogdieren, later ook vogels en herpeten!

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Link

Inhoud regeling
Hfd.2 Dieren die gehouden mogen worden
Hfd. 3 Administratie van diergeneesmiddelen
Hfd.4 Dierenvervoer
Hfd.5 Doden van dieren
Hfd.8 Houden van dieren anders dan voor landbouwdoeleinden
Bijlage 1 Huisdierenlijst/Positieflijst



Slide 35 - Slide

Slide 36 - Link

Hebben wij op school ook diersoorten die niet op de huisdierenlijst staan? Zo ja, welke?

Slide 37 - Open question

Bedrijfsmatigheid
  • Er zijn regels waar je je aan moet houden als je bedrijfsmatig bezig bent met dieren (dierenwelzijn, vakbekwaamheid, huisvesting, opvang, fokken, verhandelen)

Slide 38 - Slide

Wanneer ben je bedrijfsmatig bezig?

Slide 39 - Mind map

Bedrijfsmatigheid
  • Je fokt niet om de dieren zelf te houden als huisdier of voor vrienden/ familie.
  • Je verkoopt of levert dieren af aan anderen dan vrienden/ familie.
  • Je vangt dieren op tegen vergoeding en plaatst advertenties hiervoor.
  • Je hebt ruimtes speciaal ingericht voor de opvang, handel of fof van dieren.
  • Je bent geregistreerd bij de Kamer van Koophandel of hebt een BTW nummer.
  • Je adverteert.
  • Je oefent activiteiten uit om winst te maken.

  • Je beoordeelt zich of je bedrijfsmatig bezig bent! Bij controle moet je zelf aannemelijk maken bij de inspecteur dat je hobbymatig en niet bedrijfsmatig bezig bent!

  • Als je een beurs, markt of tentoonstelling organiseert waar bedrijfsmatige activiteiten met huisdieren plaatsvinden, moet je dit zelf melden bij de NVWA.

Slide 40 - Slide

Voorlichting geven
Volgens het Besluit Houders van Dieren moet de verkoper zich houden aan regels rondom het geven van voorlichting bij de verkoop van dieren:

Slide 41 - Slide

Welke wettelijke verplichting heb je als verkoper rondom het geven van voorlichting bij de verkoop van dieren?
A
Je moet de nieuwe eigenaar mondelinge uitleg geven over de verzorging van het dier.
B
Je moet de nieuwe eigenaar mondelinge en schriftelijke uitleg geven over de verzorging van het dier.
C
Je moet de nieuwe eigenaar schriftelijk uitleg geven over de verzorging van het dier.
D
Je moet zorgen dat de nieuwe eigenaar het juiste voer en de juiste huisvesting aangeschaft heeft voor het dier.

Slide 42 - Quiz

Check out

Hoe tevreden ben jij over deze les?
A
B
C

Slide 43 - Quiz

Check-out: wat wil je nog kwijt of vragen?

Slide 44 - Mind map