Valentie + enkelvoudige zinnen ontleden

Wat doen we vandaag? 
  • werkwoordspellingopfrisser
  • leerdoelen bespreken 
  • interactieve instructie valentie en ontleden 
  •  zelfstandig aan de slag: boekenclub doorgeven 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag? 
  • werkwoordspellingopfrisser
  • leerdoelen bespreken 
  • interactieve instructie valentie en ontleden 
  •  zelfstandig aan de slag: boekenclub doorgeven 

Slide 1 - Slide

wandelend
wandelde
gewandeld
wandelt
(de) wandelende (opa)
wandel!
wandelen
persoonsvorm tegenwoordige tijd
persoonsvorm verleden tijd
voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
bijvoeglijk naamwoord
gebiedende wijs
infinitief

Slide 2 - Drag question

Spel de werkwoorden in onderstaande zin juist (t.t.)

Vrijdag (presenteren) Harry Styles zijn nieuwe album dat (worden) (uitbrengen).

Slide 3 - Open question

Spel de werkwoorden in onderstaande zin juist (v.t.)

Hij (bereiden) de maaltijd met een (verbazen) uitdrukking op zijn gezicht.

Slide 4 - Open question

Via welke website kun je oefenen met werkwoordspelling?

Slide 5 - Open question

Leerdoelen 
- Ik kan uitleggen wat 'valentie' is.

- Ik kan uitleggen hoeveel 'rollen' een werkwoord heeft.
- In een zin met één werkwoord kan ik uitleggen hoeveel rollen dat werkwoord heeft.
- Met behulp van de rollen die een werkwoord heeft in een zin, kan ik uitleggen hoeveel zinsdelen die zin heeft. 


Slide 6 - Slide

Leerdoelen 
- Ik kan uitleggen wat redekundig ontleden is.

- Ik kan de volgende zinsdelen herkennen in een zin:
persoonsvorm; onderwerp, werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling. 

- Ik kan zelf zinnen maken met bovenstaande zinsdelen.
- Je hebt een boek gekozen en hier met je groepje een startopdracht bij gemaakt & ingeleverd via Magister opdachten 










Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Valentie 
  • Je gebruikt alleen de rollen 'iemand', 'iets', 'aan/voor iemand'
  • Het gaat om het minimale aantal rollen dat een werkwoord nodig heeft. 

Voorbeeld: 
trappen heeft twee rollen: IEMAND trapt IETS/IEMAND

Slide 9 - Slide

Hoeveel rollen heeft het werkwoord 'presenteren'
A
1
B
2
C
3

Slide 10 - Quiz

Hoeveel rollen heeft het werkwoord 'verzorgen'
A
1
B
2
C
3

Slide 11 - Quiz

Hoeveel rollen heeft het werkwoord 'ontploffen'
A
1
B
2
C
3

Slide 12 - Quiz

valentie en ontleden 
  • persoonsvorm (pv)  (zin in andere tijd zette, woord dat verandert is de persoonsvorm. 
  • onderwerp (ow)  (wie of wat +pv)
  • werkwoordelijke gezegde (wg) (alle werkwoorden in de zin, ook de pv)
  • lijdend voorwerp (lv)  (wie of wat + wg + ow)
  • meewerkend voorwerp (mv)  (aan wie of voor wie + wg + ow +lv)
  • bijwoordelijke bepaling (bwb) (alle onderdelen in de zin die je nog niet benoemd hebt. Geeft vaak een tijd of plaats aan)

Slide 13 - Slide

valentie en ontleden 
  • Het aantal rollen dat een werkwoord heeft, vertelt jou hoeveel zinsdelen je waarschijnlijk gaat vinden. 
  • de zinsdelen onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp zíjn die rollen. 
  • een persoonsvorm en werkwoordelijk gezegd heeft iedere zin en horen niet bij de rollen. 
  • de bijwoordelijke bepaling staat ook los van de rollen. Er kunnen 0, 1, 2, 3 en zelfs nog meer bwb's in een zin zitten. 

Slide 14 - Slide

valentie en ontleden 
De oude oma bereidt in haar keuken iedere dag een verse, gezonde maaltijd. 
pv =                                           bereidt 
hoeveel rollen? 2 ->          iemand bereidt iets 
hoeveel zinsdelen? ->     ow, lijdend voorwerp 
wg =                                          bereidt 
lv=                                              een verse, gezonde, maaltijd 
mv=                                           x
bwb=                                        in haar keuken, iedere dag

Slide 15 - Slide

Benoem valentie + ontleed

Harry Potter vliegt elke dag op zijn bezemsteel.

Slide 16 - Open question

Benoem valentie + ontleed

Astrid eet iedere middag een broodje en een salade.

Slide 17 - Open question

Zelfstandig aan de slag
Je moet twee dingen doen deze week: 
  1. Een groepje van 4 leerlingen vormen voor de boekenclub en aan mij doorgeven Dit doe je door de opstartopdracht te maken en die in te leveren via Magister opdrachten. 
                  LET OP: zondag  geen groepje? Dan doe ik het. 
  1. Oefenen met de opdrachten in de studiewijzer van week 49. 

Slide 18 - Slide