blok 4 spelling
1 / 21
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Hoe schrijf je dit woord
A
Zonnebril
B
Zonnenbril
Slide 8 - Quiz
Maak een samenstelling
Beer + sterk
Beer + sterk
A
Berensterk
B
Beresterk
Slide 9 - Quiz
Wat zie je hier
En hoe schrijf je het?
En hoe schrijf je het?
A
Pannekoek
B
Pannenkoek
Slide 10 - Quiz
Goed of fout
Armenlui
Armenlui
A
Goed
B
Fout
Slide 11 - Quiz
Maak een samenstelling
Ooi + vaar
Ooi + vaar
A
Ooievaar
B
Ooienvaar
Slide 12 - Quiz
Goed of fout?
Spinnewiel
Spinnewiel
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Schrijf het verkleinwoord op van
Bikini
Bikini
Slide 17 - Open question
Schrijf het verkleinwoord op van
Accu
Accu
Slide 18 - Open question
Schrijf het verkleinwoord op van
Pony
Pony
Slide 19 - Open question
Schrijf het verkleinwoord op van
Trolley
Trolley
Slide 20 - Open question
Schrijf het verkleinwoord op van
Sms
Sms
