Le subjonctif = de aanvoegende wijs
Comment former le subjonctif?
Je vormt de stam = de nous-vorm in de présent zonder -ons
Achter de stam van het werkwoord zet je de volgende uitgangen: -e, -es, -e, -ions, -iez, -ent.
Voorbeeld regelmatig ww: werkwoord parler - nous parlons - stam=parl - dus parlions.
Belangrijke onregelmatige werkwoorden = avoir, être, faire, pouvoir, vouloir, venir.
Hierbij de ik-vormen
Avoir = que j'aie = dat ik heb
Être = que je sois = dat ik ben
Faire = que je fasse = dat ik doe/maak
Pouvoir = que je puisse = dat ik kan
Vouloir = que je veuille = dat ik wil
Venir = que je vienne = dat ik kom
Aller = que j'aille = dat ik ga