Les IOT de verschillende functies

Les IOT de verschillende functies
Veiligheid en Beveiliging H1 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BeveiligingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Les IOT de verschillende functies
Veiligheid en Beveiliging H1 

Slide 1 - Slide

Welke fase van de mobiel surveillant is juist omschreven ?
A
Fase 3 - controle binnenzijde
B
Fase 4 - informeren centrale post
C
Fase 2 - controle buitenzijde
D
Fase 1 - periferie controle

Slide 2 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van justitiële inrichtingen?
A
Huis van bewaring
B
TBS-kliniek
C
Defensie
D
Object

Slide 3 - Quiz

Welke functie heeft te maken met Crowd Control?
A
Horecaportier
B
Evenementenbeveiliger
C
Mobiel surveillant
D
Hondengeleider

Slide 4 - Quiz

Hoe wordt een winkelbeveiliger ook wel genoemd?

Slide 5 - Open question

Persoonsbeveiliger

Slide 6 - Mind map

Welke instanties mogen een verklaring afgeven aan de hondengeleider en de diensthond?

Slide 7 - Open question

Werkzaamheden: cameratoezicht-alarmafhandeling-ondersteuning mobiel surveillant. Dit gaat over een...
A
Mobiel Surveillant
B
Havenbeveiliger
C
Centralist
D
Objectbeveiliger

Slide 8 - Quiz

Geld-en waardetransport

Slide 9 - Mind map

Wie moet beschikken over het diploma ESO?
A
Objectbeveiliger
B
Particulier Onderzoeker
C
Evenementenbeveiliger
D
Beveiliger in de zorg

Slide 10 - Quiz

Wie wordt ook wel een privé detective genoemd?

Slide 11 - Open question

Welke 9 competenties van de basisberoepshouding zijn er?

Slide 12 - Open question

Je bent een bezoeker aan het inschrijven en je ziet dat iemand het pand wil verlaten.
A
Proactief
B
Alert
C
Integer
D
Flexibel

Slide 13 - Quiz

Je ziet dat twee medewerkers een conflict hebben. Je haalt ze uit elkaar
A
Ethisch handelen
B
Doortastend zijn
C
Met overwicht handelen
D
Dienstverlenend zijn

Slide 14 - Quiz

Je loopt een ronde en ziet een medewerker zonder badge die in gesprek is. De medewerker is correct naar jou toe.
A
Doortastend zijn
B
Niet discrimineren
C
Integer zijn
D
Met overwicht handelen

Slide 15 - Quiz

Een ander woord voor integer zijn?

Slide 16 - Open question

Een bezoeker wil een klacht indienen. Je laat de bezoeker wachten en biedt hem een kop koffie aan
A
Integer zijn
B
Dienstverlenend
C
Alert zijn
D
Ethisch handelen

Slide 17 - Quiz

Wat is goed en wat is fout?
A
Integer
B
Proactief
C
Dienstverlenend
D
Ethisch handelen

Slide 18 - Quiz

Je ziet een auto voor de deur staan met 3 personen erin al een tijdje. Je gaat polshoogte nemen?
A
Alert zijn
B
Flexibel zijn
C
Dienstverlenend zijn
D
Proactief zijn

Slide 19 - Quiz

Communiceren

Slide 20 - Mind map

De instructies kloppen niet en je geeft je bevindingen door aan de opdrachtgever
A
Klantgericht handelen
B
Flexibel zijn
C
Integer zijn
D
Proactief zijn

Slide 21 - Quiz

Initiatief nemen

Slide 22 - Mind map

De receptie en beveiliging roddelen over elkaar en proberen elkaar een hak te zetten. Wat is belangrijk?
A
Initiatief nemen
B
Inschatten
C
Samenwerken
D
Integer

Slide 23 - Quiz

Moet je als voetbalsteward een uniform dragen?
A
Ja
B
Nee
C
Alleen bij risicowedstrijden
D
Hangt af van de instructies

Slide 24 - Quiz

Waar moet een brandwacht altijd over beschikken om zijn werk te mogen doen?

Slide 25 - Open question