Doelen van deze les:1. Je kunt in de toets aangeven wat de bron is van een tekst;
2. Je kunt in de toets aangeven bij welke tekstsoort een tekst hoort;
3. Je kunt in de toets aangeven welk tekstdoel bij een tekst hoort;
4. Je kunt een tekst in de toets verkennend lezen en globaal lezen;
5. Je kunt in de toets aangeven hoeveel alinea's een tekst heeft;
6. Je kunt de kernzin van een alinea van een tekst benoemen in de toets;
7. Je kunt aangeven welk onderwerp en welke deelonderwerpen een tekst heeft.