Week50_Maandag_11dec_LeerlingenDelen_Leesvaardigheid

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat ga je doen?
  1. Je gaat zelfstandig aan de slag met deze LessonUp.
  2. Je beantwoordt de vragen in de volgorde van dit programma. Alle antwoorden komen in deze LessonUp.
  3. Heb je vragen? De docent geeft aan wanneer zij rond gaat lopen. Als je een vraag niet begrijpt ga je naar de volgende vraag. Je onthoudt welke vraag je niet begrijpt.
  4. Merk je dat je het nog lastig vindt? Je doet mee met het groepje waar de docent uitleg aangeeft. 

Slide 2 - Slide

Leesvaardigheid

Lesdoel:


Je kunt de vier tekstdoelen opnoemen en een voorbeeld hiervan geven.

Je kunt een onderwerp in een tekst vinden.

Je kunt een hoofdgedachte in een tekst vinden.

Je kunt inhoudelijke vragen over een tekst beantwoorden.

 


Slide 3 - Slide

Welke vier tekstdoelen zijn er?
Geef bij elk tekstdoel een voorbeeld.

Slide 4 - Open question

Kijk naar de titel van de uitgedeelde tekst.
Wat zal volgens jou de titel betekenen?

Slide 5 - Open question

Lees de tekst oriënterend
Oriënterend lezen: 

Je bekijkt de tekst (titel, dikgedrukte letters,  tussenkopjes, plaatjes, bron) en je leest de eerste alinea.

Slide 6 - Slide

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 7 - Open question

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

Tip: Geef antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?

Slide 8 - Open question

Lees de tekst helemaal.
Welke woorden kende je niet?

Slide 9 - Open question

Beantwoord de vragen (sla de antwoorden op in een word pagina: Nederlands_11dec_leesvaardig)
1. Wat is het doel van de schrijver?
2. Wat betekent voormalig (eerste alinea)?
3. Een woord als treitervlogger kun je onderverdelen in: archaïsme, neologisme of leenwoord? Kies uit en geef een reden voor je antwoord.
4.  In de laatste alinea wordt het volgende gezegd: 'De rest treffen we niet zo vaak aan.' Wat wordt bedoeld met 'rest'?
5. Taal wordt volgens de schrijfster niet voor niets 'woordenschat' genoemd. Wat bedoelt de schrijfster hiermee?
6. Lees de genomineerde woorden. Wat vind jij van deze woorden? Waarom vind je dat? 
7. Kies twee genomineerde woorden, maak er twee nieuwe zinnen mee.
Klaar? Top gedaan. Ga naar de volgende pagina.


Slide 10 - Slide

Kopieer je antwoorden van de vorige vragen hierin.

Slide 11 - Open question

Kijk nog eens naar de doelen hieronder en beantwoord de vraag op de volgende pagina.

Lesdoel:


Je kunt de vier tekstdoelen opnoemen en een voorbeeld hiervan geven.

Je kunt een onderwerp in een tekst vinden.

Je kunt een hoofdgedachte in een tekst vinden.

Je kunt inhoudelijke vragen over een tekst beantwoorden.

 


Slide 12 - Slide

Welk lesdoel (welke lesdoelen) vind je nog lastig?
Waar wil je de volgende les extra mee aan de slag?

Slide 13 - Open question

Geef één top en één tip voor deze les

Slide 14 - Open question

Wat ga je doen? Kies uit:
  1. Wat is de hoofdgedachte van de volgende tekst (je kunt in de wall of fame komen!) :http://ichthus1vwo.weebly.com/moeilijke-tekst.html
  2. Begrijpend lezen (geen Taalvaardigheid) oefenen via SCORE.

Slide 15 - Slide