Nederlands - Filmverslag

De les van vandaag
Lesdoel:  - Ik weet hoe ik een goed filmverslag kan maken.
- Ik beschrijf de inleiding, de kern en het slot goed.
- Ik maak goede zinnen in mijn verslag.
- Ik kopieer niet letterlijk van internet, ik schrijf ik mijn eigen woorden. 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De les van vandaag
Lesdoel:  - Ik weet hoe ik een goed filmverslag kan maken.
- Ik beschrijf de inleiding, de kern en het slot goed.
- Ik maak goede zinnen in mijn verslag.
- Ik kopieer niet letterlijk van internet, ik schrijf ik mijn eigen woorden. 

Slide 1 - Slide

Filmverslag: wat moet erin?

Slide 2 - Mind map

Wat is het belangrijkste in een filmverslag?
A
Algemene informatie
B
Je mening, met uitleg
C
De titelbeschrijving
D
Goede plaatjes

Slide 3 - Quiz

Je mag letterlijke teksten kopieeren van internet
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Waarom mag je geen teksten van internet letterlijk kopiëren?

Slide 5 - Open question

1. De inleiding 
Titel
,  Regisseur , Jaar van verschijnen, Genre (wat voor een soort film is het: een Sciences Fiction, detective, roman) 
Goed: De titel van de film is Spijt! 
Fout: Spijt 
Dus..Je gebruikt hele zinnen, niet alleen het antwoord.

Slide 6 - Slide

Het is belangrijk dat...
A
Je antwoord geeft
B
Je antwoord geeft in HELE zinnen.

Slide 7 - Quiz

2. Titelbeschrijving
Wat is het verband tussen de titel en het film.
Met andere woorden, waarom heeft de regisseur voor deze titel gekozen?

Slide 8 - Slide

3. Gebeurtenissen
 De inleiding, het begin van de film.
- De kern, het middenstuk van de film.
- Het slot, hoe loopt het af.

Slide 9 - Slide

UIt welke drie stukken bestaat een stuk tekst?
A
het einde, het slot en het middenstuk
B
de inleiding, de afloop en het einde
C
de start, het middenstuk en het slot
D
inleiding, de kern (middenstuk) en het slot

Slide 10 - Quiz

4. Personages
 Schrijf over elk hoofdpersoon iets;
man/vrouw, leeftijd, uiterlijk, karakter.

Slide 11 - Slide

Wat moet erover de karakters in je filmverslag?
A
Hoe de acteur er zelf uit ziet
B
Hoe oud de acteur zelf nu is
C
geslacht, leeftijd, uiterlijk en karakter
D
lengte, gewicht, leeftijd

Slide 12 - Quiz

5. Tijd en ruimte 
Wanneer speelt de film zich af? Is dat in de middeleeuwen, in het heden, toekomst of 100 jaar geleden. Geef ook aan waaraan je dat kunt merken.
Waar speelt de film zich af? Is dat op een school, op het strand, in een stad? Geef ook hierbij aan waaraan je dat kunt merken.

Slide 13 - Slide

6. Mening
Je mening is het allerbelangrijkste. 
Je vindt de film bijvoorbeeld saai, spannend, interessant of misschien wel aangrijpend. Gebruik de beoordelingswoorden uit je boek.
  Beschrijf dit in minimaal 10 zinnen.
Misschien haal jij mij wel over om de film te kijken ;-)

Slide 14 - Slide

7. Boek en film
Dit stukje kan je alleen maken als er ook daadwerkelijk een boek is verschenen. 

Slide 15 - Slide

8. Tekst
Zorg dat je verslag er verzorgd uitziet. Nette zinne, hoofdlettets, goed lettertype en in goed Nederlands.

Slide 16 - Slide

Wat kan je doen voor een goed filmverslag?
A
Je oude filmverslag kritisch bekijken
B
Feedback vragen aan je klasgenoot
C
Feedback vragen aan Marjolein
D
Zowel a, b, als c

Slide 17 - Quiz

Waar ga jij extra op letten bij je eigen filmverslag?

Slide 18 - Open question

Werken aan je filmverslag
- Formulier filmkeuze invullen (als je dit nog niet gedaan hebt)
- Starten met het schrijven van je filmverslag (zie handleiding fictiedossier.


15 maart: inleveren filmverslag

Slide 19 - Slide