- Je weet wie Jezus Christus was.
- Je kunt uitleggen waarom het christendom veel volgelingen had.
- Je kunt een overeenkomst tussen het christendom en jodendom noemen.
- Je weet hoe we de volgelingen van Jezus noemen.
- Je weet hoe het met Jezus is afgelopen.
- Je kunt uitleggen hoe het christendom zich verspreidde door het Romeinse Rijk.
- Je weet wat keizer Nero met christenen deed.
Je kent de volgende personen: Keizer Nero, Keizer Constantijn de Grote.