A2 - Huiswerk 7

Huiswerk 7
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Huiswerk 7

Slide 1 - Slide

het tegenovergestelde van "negatief" = .............................
A
verrukkelijk
B
raad
C
leuk
D
positief

Slide 2 - Quiz

De melk staat .................. de sinaasappelsap in de koelkast.
A
tussen
B
naast
C
op
D
om

Slide 3 - Quiz

................. twee dagen ga ik naar Antwerpen.
A
Over
B
Om
C
Van
D
Door

Slide 4 - Quiz

De moeder van Johan vraagt of hij .................... is met zijn huiswerk.
A
kwijt
B
na
C
klaar
D
op

Slide 5 - Quiz

Ik wil graag bij je langskomen op dinsdag. ..................................?
A
Uit dat komt
B
Komt dat uit
C
Uitkomt dat
D
Dat komt uit

Slide 6 - Quiz

Wil je wat drinken? Ja, ik heb ................ in een biertje.
A
klinkt
B
als
C
weer
D
trek

Slide 7 - Quiz

De kat krabt zich ................... hij vlooien heeft.
A
want
B
omdat
C
dat
D
eraan

Slide 8 - Quiz

Wanneer .................. Elise de uitnodiging voor het feest op?
A
stuurt
B
e-mail
C
kiest
D
weten

Slide 9 - Quiz

Door de kleurrijke inrichting heeft dit restaurant een fijne ................
A
sfeer
B
sweer
C
sfeen
D
zweer

Slide 10 - Quiz

................ u misschien hoe laat het is?
A
Weedt
B
Weten
C
Wet
D
Weet

Slide 11 - Quiz

De opa van Dianne zegt .................. alles vroeger beter was.
A
maar
B
dus
C
of
D
dat

Slide 12 - Quiz

De ober vraagt of het ....................... heeft.
A
gemaakt
B
geslaakt
C
gesmaakt
D
smakelijk

Slide 13 - Quiz

De kinderen vinden de pannenkoeken ...........................!
A
klaar
B
zalig
C
eten
D
komende

Slide 14 - Quiz

We hebben bijna alle oefeningen gedaan. De ....................... moet je als huiswerk maken.
A
gebruikt
B
na
C
rest
D
compleet

Slide 15 - Quiz

Aan de telefoon: "Hallo, je spreekt ................ meneer Fox".
A
met
B
om
C
voor
D
door

Slide 16 - Quiz

Bij de .................... bushalte moeten jullie uitstappen!
A
volgende
B
tussen
C
over
D
klaar

Slide 17 - Quiz

Simone vraagt haar collega om een boodschap ................. te .................
A
door, gaan
B
door, geven
C
geven, door
D
gaan, door

Slide 18 - Quiz

Mira en Angelique kijken op de ........................ en ....................... het eten.
A
ober, snackbar
B
broodjes, smaken
C
pizza's, smakelijk
D
menukaart, bestellen

Slide 19 - Quiz

Paula en Paul hadden al 5 jaar een relatie. .................... vroeg hij haar ten huwelijk.
A
Ten slotte
B
Volgende
C
Na
D
Over

Slide 20 - Quiz

Patrick .................. (eten)

Slide 21 - Open question

Wij hebben lekker .................... (eten)

Slide 22 - Open question

.................. eens hoeveel dit kost? (raden)

Slide 23 - Open question

De leerlingen .................... hun huiswerk goed in. (plannen)

Slide 24 - Open question

Ik ............... je missen! (zullen)

Slide 25 - Open question

................. je mij? (roepen)

Slide 26 - Open question

De soep .................. prima! (smaken)

Slide 27 - Open question

Ik ..................... vaak met mijn broer in de VS. (telefoneren)

Slide 28 - Open question

Mijn vriend ..................... vaak moppen. (vertellen)

Slide 29 - Open question

De kleine jongen ................. volgende week drie jaar. (worden)

Slide 30 - Open question