T&SB@H les 1

• Nederlands tweede taal
• Secundair onderwijs

Welkom!

Kennismaking

In duo's:

Stel vragen aan je medecursist (hoe heet jij, welke taal spreek jij,...).

Luister goed naar de antwoorden en noteer kort.

In de zoomklas:

Stel jouw medecursist voor. (Hij/Zij ...)

Afspraken

De les gaat door ONLINE.

De les start om 9u en stopt om 11u55.

Er is 10 minuten pauze om 10u30.

De focus ligt op SPREKEN.

Er is permanente evaluatie + een spreekbeurt in de laatste les.

Specifieke vragen? Stel gerust!

Digitale tools

We gaan in de les veel digitale tools gebruiken.

Tijd om even te oefenen:

Ik spreek niet: 

Ik wil spreken: 

Digitale tools

Share screen: 

Je drukt op dit icoon en dan komt er een pop-up.

Selecteer de pagina die je wil delen.

Digitale tools

Breakout room - om hulp vragen (ask help)

Chat 

Lesson Up

Ga naar lessonup.app en geef de code in.

Wat heb je allemaal geleerd in 1.1?

Een activiteit (vb.zwemmen)

Neem een foto van je potlood.

Wat is dit?

Wat is dit?

Welke dag is het vandaag?

Welke dag is het morgen?

Neem een foto van een jas.

Welke dag was het gisteren?

1. de raam
2. de deur
3. het raam
4. het deur

Welke maand komt na januari?

Welke maand komt voor juli?

De fiets

De rugzak

De bal

De boom

Welke woorden ken je voor:
de school

Neem een foto van een stoel.

Welke activiteiten ken je?

1. de kussen
2. het kussen
3. de gordijn
4. het gordijn

Hoe laat is het?

1) Klassikaal:  Draaien maar!

2) Groepjes: Ik zet een link in de chat. 1 persoon uit je groep opent en drukt op 'share screen'

https://view.genial.ly/60ffce812174b10da7b0cdbb/interactive-content-jumanlly

Tijd voor een liedje!

We luisteren eerst een keer volledig naar het liedje.

00:56

Wat gebeurt er?

1. Ze hebben geen zin.
2. Ze moeten werken.
3. Ze zijn niet op tijd.
4. Ze zijn te laat.

01:11

Wanneer begint de match?

1. Vandaag
2. Morgenvroeg
3. Morgenavond
4. Gisteren

01:23

Waarom is Gert de doelman?

1. Hij is de grootste.
2. Hij is de langste.
3. Hij is de oudste.
4. Hij is de jongste.

02:23

Waar zit hij te eten?

Pauze

10 minuten

Graag / niet graag

Zwem jij graag?

Ja, ik zwem graag!

Oefening

Ga jij graag op restaurant?

Ja, ik ga graag op restaurant.

Oefening

Graag / niet graag

Antwoord op de vragen van je spreekpartner, maar gebruik GEEN JA, GEEN NEE

VB: Zwem jij graag?

=> Ik zwem niet graag.

Luister jij graag naar de radio?

=> Ik luister graag naar de radio.

Wat doe jij op een dag?

Voorbeeld:

Ik sta om 7u op.

Ik ontbijt en ik neem een douche.

Ik ga met de trein naar het werk.

Van 9u tot 12u geef ik les.

Om 12u30 neem ik de trein naar huis.

Om 13u15 kom ik thuis.

Wat doe jij om 8u?
Om 8u...

Wat doe jij om 12u30?
Om 12u30...

Wat doe jij om 20u?
Om 20u...

Wat is zijn/haar job?

Luister goed naar mijn verhaal.

Welke job heeft hij/zij?

Welke job heeft zij?

Wat doet hij/zij op een dag?

In duo's: kies een job. Schrijf wat deze persoon doet op een dag.

Welke job heeft hij/zij?

Nieuwe duo's. Vertel jouw tekst. De andere cursist moet raden: welke job heeft hij/zij?

Nog specifieke vragen?

Het alfabet

Zeg een woord bij elke letter van het alfabet.

We beginnen bij A