voortplanting bij planten en dieren

Voortplanting bij planten en dieren
bloemen
bestuiving
bevruchting
vruchten  en zaden
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voortplanting bij planten en dieren
bloemen
bestuiving
bevruchting
vruchten  en zaden

Slide 1 - Slide

Kroonbladeren
Kelkbladeren
Meeldraad
Stamper

Slide 2 - Drag question

Veel bijen zijn bloemvast, dat wil zeggen dat ze steeds bloemen van een bepaalde soort bezoeken.

Hierdoor is de kans op bevruchting groter.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz


De bloemen maken nectar
A
Insectenbloemen
B
Windbloemen

Slide 4 - Quiz

Heeft geen kroonbladeren.
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 5 - Quiz

Wanneer een stuifmeelkorrel op de stamper komt spreken we van...
A
Bevruchting
B
Bestuiving
C
Zaadverspreiding
D
Ongeslachtelijk

Slide 6 - Quiz


Hoe heet onderdeel 1?

A
stempel
B
stamper
C
vruchtbeginsel
D
stijl

Slide 7 - Quiz

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
En bevruchting?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
wel bevruchting, geen bestuiving
D
geen bestuiving, geen bevruchting

Slide 8 - Quiz

Wat ontstaat er
uit een bevruchte eicel
A
een zaad
B
een kiem
C
een eicel
D
een stuifmeelkorrel

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste volgorde?

1 Een bevruchte eicel ontwikkelt zich tot een kiem.
2 De kern van een stuifmeelkorrel versmelt met de eicelkern.
3 Er ontstaat een rijpe vrucht.
A
1 - 2 - 3
B
1 - 3 - 2
C
2 - 1 - 3
D
3 - 2 - 1

Slide 10 - Quiz

Vruchten
Zaden

Slide 11 - Drag question

In de vrucht zitten ....................

Die zijn ontstaan uit de zaadbeginsels
waarvan de  ...................    bevrucht is. 

...................... waarvan de eicel 
niet bevrucht is,   ....................

zaadbeginsels

verschrompelen

zaden

eicel

vrucht

Slide 12 - Drag question

Hoeveel zaden kunnen er maximaal uit deze bloem ontstaan
A
1
B
4
C
8
D
10

Slide 13 - Quiz

Seger onderzoekt een meloen. Hij haalt
alle zaden eruit. Dat blijken er 420 te zijn.

Hoeveel stuifmeelkorrels zijn er bij de bestuiving
betrokken geweest?
A
1
B
2
C
420
D
840

Slide 14 - Quiz

Een bol is een :
A
korte stengel met rokken
B
verdikte wortel met rokken
C
verdikte knop
D
een zaadje

Slide 15 - Quiz

Geslachtelijke voorplanting
Ongeslachtelijke voortplanting
Knollen
Bollen
Stamper
Meeldraad
Stekken
Bloem

Slide 16 - Drag question