Erfelijkheid

1 / 39

Slide 1: Slide

PAVSecundair onderwijs

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Lesverloop

Erfelijkheid en evolutie

Begrippen
Geslacht
Bloed

Slide 6 - Slide

Erfelijkheid en evolutie

Slide 7 - Slide

Begrippen

Cellen
Celkern
Chromosomen
Genen
Geslachtshormoon
Zygote

Slide 8 - Slide

Menselijk lichaam

Bestaat uit miljoenen cellen:

Hersencellen, huidcellen, spiercellen,...

Niet te zien met blote oog, zeer klein

Slide 9 - Slide

In het midden van de cel:

Celkern

Celkern:

46 chromosomen
OF 23 paar

Slide 10 - Slide

Chromosomen

Aantal: 46 of 23 paar

Kopie van erfelijkheidsmateriaal van je ouders

Draagt deel van je erfelijk materiaal

Lange slierten

23 van moeder

23 van vader

Slide 11 - Slide

Cel

DNA

Celkern

Chromosoom

Genen

Slide 12 - Slide

Chromosoom

Bestaat uit een stof: DNA

DNA

In DNA zitten genen

Genen bepalen huidskleur, oogkleur, haarkleur

Slide 13 - Slide

Geslachtshormoon

X X

X Y

46 chromosomen:

23 van moeder
23 van vader = Geslachtshormomen

Slide 14 - Slide

Zygote = Eicel + spermacel = embryo = baby

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Tijd om te oefenen!

https://app.wizer.me/learn/JNMGGT

Slide 17 - Slide

Geslacht

Slide 18 - Slide

Geslachtshormoon X EN Y

X X

X Y

= 1 chromosomenpaar (2 x-chromosomen)

+ 22 andere paren

= 1 chromosomenpaar ( x en Y chromosoom)

+ 22 andere paren

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Dus:

= eicellen

= zaadcellen

Slide 23 - Slide

Jongen

De zaadcel bepaalt het geslacht

Slide 24 - Slide

Jongen

Meisje

Slide 25 - Quiz

Jongen

Meisje

Slide 26 - Quiz

Artikel de standaard + opdracht

Slide 27 - Slide

Filmfragment Volt

Slide 28 - Slide

Verbeteren leestekst "Geslacht kiezen mag niet meer in België"

Eigen mening: geslachtsselectie

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Bloed

Erfelijkheid en bloed
Bloedgroepen
Rhesusfactor

Slide 31 - Slide

Bloedgroepen

Je erft je bloedgroep van je ouders

Moeder geeft 1 kopie van bloedgroep door aan kind

Vader geeft 1 kopie van bloedgroep door aan kind

Kind krijgt in totaal 2 kopies

Slide 32 - Slide

Soorten bloedgroepen

Iedereen heeft één van volgende bloedgroepen:

Slide 33 - Slide

Soorten bloedgroepen: Rhesusfactor

Iedereen heeft naast A, B, O, en AB nog een bloedgroep: de rhesusfactor

+ of -

Vader: geeft 1 kopie rhesus- gen aan kind

Moeder: geeft 1 kopie rhesus- gen aan kind

Kind: 2 kopies rhesus- gen

Slide 34 - Slide

Soorten bloedgroepen: Rhesusfactor

DD of Dd

je erfde van één van de ouders een D

je erfde van beide ouders een d

Als ouders geef je dus één van de twee kopies door aan je kind, een D of een d

2 vormen:

Slide 35 - Slide

Soorten bloedgroepen: Rhesusfactor

Moeder

Vader

Kind

Moeder

Vader

Kind

Moeder

Vader

Kind

Rhesus positief

Rhesus negatief

Slide 36 - Slide

Opdracht bloedgroepen bepalen

/25

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Lesoverzicht

Erfelijkheid en evolutie: begrippen
Geslacht: geslachtsbepaling - geslachtsselectie
Bloed: bloedgroepen - rhesusfactor

Slide 39 - Slide

Erfelijkheid

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

More lessons like this

Thema 8: Bloedlink

Erfelijkheid 5BZO

6vz - justitie genetica

Erfelijkheid 5OS2

2. Erfelijkheid

Genetica (basis)

Erfelijkheid - 2

Perfusies/transfusies les 5