3K - Unit 1 - voorzetsels van plaats

• Engels
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2-4

Welcome back everyone! 

Goals

Aan het einde van deze les...

.... kan ik de Engelse voorzetsels van plaats gebruiken.

planning

- Uitleg grammatica

- Meerkeuze vragen 

- Aan je huiswerk werken

Prepositions of place
(voorzetsels van plaats)

Prepositions.....?

Prepositions noem je in het Nederlands voorzetsels.

In, op, achter, naast, onder, etc.

Wist je toch?

On and At?

Betekenen dus in het Nederlands allebei "op"

Maar... Wat is dan het verschil tussen:

- I am at school?

en

- I am on school? 

The boy is on school. 

(bovenop het oppervlakte)

These kids are at school.

👇🏻

Prepositions of place

a couple more

close to 

outside

under

with

next to

behind

between

in front of

Prepositions of place

a couple more

close to

outside

under

with

next to

behind

between

in front of

dichtbij

buiten

onder

bij/met

naast

achter

tussen

voor

Wat is volgens jou de juiste beschrijving bij het voorzetsel?

in

at

on

oppervlaktes en openbaar vervoer (bus, trein etc)

huisnummers en namen van gebouwen 

wegen, steden, landen en binnen grote gebieden en ruimtes.  

Our school is .... Meerssen.

1. in
2. on
3. at
4. above

I am .... the bus to school.

1. in
2. on
3. above
4. at

I live .... number 28.

1. in
2. on
3. at
4. around

I am .... school.

1. in
2. on
3. at
4. under

The boy is walking .... the roof.

1. in
2. on
3. above
4. at

Work!

Maak de werkbladen

Werkblad 1: alleen

Werkblad 2: samenwerken + goed lezen!

Hoe goed ken je de voorzetsels van plaats in het Engels?

Ik snap het helemaal!

Ik moet nog een beetje oefenen.

Ik moet nog veel oefenen.

Ik heb extra uitleg nodig.

Prepositions of place

3 important ones  

ON

IN

AT

Gebruik je voor oppervlaktes en openbaar vervoer

Gebruik je voor wegen, steden, landen, grote gebieden en afgesloten ruimtes

Gebruik je voor huisnummers en (name namen van) gebouwen, evenementen en specifieke plaatsen.

Prepositions of place

a couple more

close to

outside

under

with

next to

behind

between

in front of

dichtbij

buiten

onder

bij/met

naast

achter

tussen

voor

Homework

dinsdag:
Maken opdracht 12/13

Leren: woorden D + G

stone 14

Woensdag toets theme 5