VWO 3, Woche 42

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Herzlich Willkommen in der Deutschstunde

Leg vast klaar: werkboek, schrift en pen

Heute lernst du....

Was du für den Test lernen sollst

Wie du etwas sagen kannst, das vorher geschehen ist

Wie du einen Brief auf Deutsch schreibst

Welche Strategien du beim Lesen verwenden kannst

Wat leer je vandaag niet?

1. Wat je moet leren voor de test
2. Hoe je iets in de verleden tijd zegt
3. Hoe je kunt zeggen dat je het er niet mee eens bent
4. Hoe je een brief schrijft

Wie sieht die Stunde aus?

3 x 30 Minuten:

1: Instruktion

2: In Gruppen arbeiten

3: Fragen stellen

Was machen wir heute?

Schreiben über das Thema: Umgebung

Info über den Goethe-Kurs

Info über den Test

Vorbereitung auf den Test

In Gruppen arbeiten

Schreibaufgabe

Schreibe 5 Kernwörter über die Sächsische Schweiz auf.....

Die Kernwörter sollst du bewahren

Schreibaufgabe (10 Minuten)

Beschreibt die Sächsische Schweiz:

• wie ist das Wetter?
• wie sieht die Gegend aus?

Benutzt die Kernwörter und die Sprachmittel, Seite 51

Test Informationen

Der Test findet in der Testwoche statt

Du sollst lernen:

Grammatik 1, 2 + 3 auf Seite 146 t/m 148

Sätze auf Seite 51 

Aufgabe 45a, 47, 49, 50

Test Informationen-2

De test bestaat uit drie delen:

1. Grammatica werkwoorden in tegenwoordige tijd en verleden tijd + voltooid deelwoord haben, sein, werden
2. Brief of kaart schrijven
3. Lezen (met woordenboek)

machen (Präsens)

machen (Präteritum)

antworten (Präsens)

antworten (Präteritum)

haben

sein

werden (Präsens)

werden (Präteritum)

Instruktion Wochenaufgabe:

Lesen: hoe pak je het aan?

Aufgabe 51 und 52

Twee verschillende opdrachten: schrijf minstens drie strategieën op die je van pas kunnen komen (3 minuten)

Leesstrategieën

In Gruppen arbeiten (30 Minuten): siehe Wochenaufgabe in SOM

• Aufgabe 50 gemeinsam kontrollieren (siehe Checkliste) 
• Besprechen: was sind die Unterschiede zwischen (= verschillen tussen) deutschen und niederländischen Briefen?
• Wochenaufgabe machen
• Am PO arbeiten
• Lernen für den Test

Duitse brief/kaart/mail: