Lesson 3: Ireland's Nature + Word order

Lesson 3: Ireland's Nature
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EnglishMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesson 3: Ireland's Nature

Slide 1 - Slide

Lesson 1 : Introduction to Ireland

Slide 2 - Slide

Today
Reading: Landscapes of Ireland

Grammar: Word Order

Practice: Word Order 
Exercises Allright

Slide 3 - Slide

Leerdoelen/ Learning goals
> You will learn about the  different landscapes of Ireland.

> You will learn how to write correct English sentences.

Slide 4 - Slide

Dublln

Island Country
cliffs

Landscape

Slide 5 - Drag question

Woordorde

Slide 6 - Mind map

Woordvolgorde
Woordvolgorde is de manier waarop een Engelse zin opgebouwd is uit woorden.

Je houd een bepaalde volgorde aan van verschillende woorden en daar vorm je een correcte Engelse zin mee.

Slide 7 - Slide

Voorbeelden
I - am walking - to school - today.
Wie - doet? - wat? - wanneer?

(Yesterday ) She - bought - a blue dress. 
(wanneer?) - wie? - doet? - wat/wie? - waar? - wanneer?

They - are - usually - at the gym - on Mondays.
wie? - doet? - (hoe vaak)?- wat? - waneer? 


Slide 8 - Slide

Belangrijke woorden
Bijwoorden van frequentie geven aan hoe vaak iets gebeurt in een zin. 
Bijvoorbeeld: always, never, sometimes, usually
Deze woorden staan altijd bij de werkwoorden:
1. bij één werkwoord staan ze ervoor, behalve bij am/are/is/was/were
2. bij twee of meer werkwoorden altijd achter het 1e werkwoord.

Slide 9 - Slide

Adverbs of place and time

Adverbs of place (bijwoorden van plaats)
Adverbs of time (bijwoorden van tijd)

Slide 10 - Slide

Tijd en plaats in de zin.
Eerst komt de plaatsbepaling en dan de tijdsbepaling in de zin.
Ezelsbruggetje: patat - toetje.
plaats - tijd.

I saw him at the supermarket last week.
We went to Mexico two years ago.

Slide 11 - Slide

Tijd en plaats in de zin
  • De tijdsbepaling (wanneer iets gebeurt) mag vooraan of achteraan in de zin.
  • Je mag de tijd alleen vooraan zetten als dat het belangrijkste in de zin is.

Eg: When did you see him? > Yesterday I saw him.

Slide 12 - Slide

Practice with me
Do Unit 5.2 Exercise 5 & 6 

Finished? 
We will revise together ! 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Week Task

Online Do Unit 5.2
 Exercise 7 - 10




Finished ? 
- Come get a worksheet :)
- Start your homework -->
Homework

Unit 5.2
Exercises 11 & 12 ( online)

Agenda
  • Studybox : Speaking
Weather pg: 213
  • Deadline: Leesboek 2

Slide 15 - Slide

Next Lesson
Ireland's Weather

Slide 16 - Slide

Bye bye!

Slide 17 - Slide