Palliatieve zorg

Palliatieve zorg 
1 / 46
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Palliatieve zorg 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al palliatieve zorg?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Palliatieve zorg is gericht op?
A
zo lang mogelijk blijven leven
B
kwaliteit van sterven
C
kwaliteit van leven
D
voorbereiden op een operatie

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Palliatieve zorg heeft ook betrekking op de naasten van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Een zorgvrager met een levensverwachting van minder dan drie maanden is terminaal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen palliatieve zorg en terminale zorg?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Kwaliteit van leven is ook afhankelijk van de normen en waarden van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Als verzorgende/verpleegkundige in de terminale zorg hoor je op de hoogte te zijn van gewoontes rond sterven in de meest voorkomende religies
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen terminale zorg en palliatieve zorg?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Het verschil:
Terminale zorg is gericht op de kwaliteit van sterven.

Palliatieve zorg is gericht op de kwaliteit van leven.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De fase van palliatieve zorg zijn:
A
ziektegericht; symptoomgericht; palliatie in de stervensfase en nazorg
B
ziektegericht; palliatie in de stervensfase; symptoomgericht en nazorg

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Het ziekteverloop in de palliatieve zorg bij iemand met hartfalen is:
A
korte periode van plotseling snelle achteruitgang
B
geleidelijke achteruitgang met tussentijdse ernstige episodes
C
langdurig geleidelijke achteruitgang

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Symptomen van het stervensproces
Tijdens het stervensproces kunnen er verschillende symptomen optreden, zoals vermoeidheid, verlies van eetlust en veranderingen in de ademhaling.

Slide 14 - Slide

Beschrijf de symptomen die kunnen optreden tijdens het stervensproces.
Communicatie in de palliatieve zorg
Communicatie is essentieel in de palliatieve zorg om de behoeften en wensen van de patiënt en familie te begrijpen en hen te ondersteunen.

Slide 15 - Slide

Bespreek het belang van communicatie in de palliatieve zorg.
Rouw en verlies
Rouw is een natuurlijke reactie op verlies en kan verschillende emoties en reacties omvatten. Het bieden van ondersteuning bij rouw is een belangrijk onderdeel van palliatieve zorg.

Slide 16 - Slide

Beschrijf de impact van rouw en verlies en benadruk het belang van ondersteuning.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Palliatieve zorg

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

Stimuleer de studenten om na te denken over wat ze hebben geleerd en om belangrijke inzichten te delen.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Kübler - Ross
5 rouwfasen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Rouwproces
  • Verlieservaring -> verlies verwerken
  • Proces: emoties en reacties begrijpen
  • Nooit vóórschrijvend, alleen beschrijvend
  • Beter: rouwtaken dan rouwfasen
  • Individueel altijd verschillend
  • Doel: aanpassen aan nieuwe situatie

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

rouw reactie groepen
emotionele (verdriet, angst, agressie, opluchting, tevredenheid)
mentale (verward, gespannen, hopeloos, zelfmoordgevoelens)
lichamelijke (hoofdpijn, slaapproblemen, eet probleem)
spirituele (eenzaamheid, verlies van levenslust, angst voor eigen  dood)
gedrag (zoekgedrag, nerveus gedrag, opgewonden gedrag)

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Belangrijk bij rouw
- Rouw is geen stappenplan 
- Sommige mensen slaan fasen over
- Sommige mensen blijven lang in een fase hangen 

De 5 fasen zijn herkenbaar in elke emotionele reactie op persoonlijke trauma en verandering.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Stroebe en Schut duaalmodel

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

William Worden

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Modellen
Waar het bij alle modellen op neer komt is een einddoel waarbij het leven doorgaat na het verlies.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Rouw en verlies in verschillende culturen
Rouw reacties zijn niet universeel
Iedere mens/cultuur kijkt anders naar rouw en verlies

- Kennis hebben hierover is belangrijk omdat: 
      je mensen uit verschillende culturen verzorgt
      ieder mens andere rituelen en gebruiken heeft bij dit thema.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Rituelen zijn:
  • Handelingen die emoties oproepen.
  • Vertrouwd voor bepaalde mensen
  • Komen vaak voort uit oude tradities
  • Geven aan dat het leven doorgaat. 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Rituelen:
  • Bieden houvast
  • Helpen bij afscheid nemen
  • Scheppen ruimte om een nieuwe fase te starten.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Culturen en religie
Christendom / Katholicisme 
Christendom
  • Thuis of rouwcentrum
  • Begravenis binnen drie en vijf dagen na overlijden
  • Moment om nog één keer afscheid te nemen
  • Meestal begraven


Katholicisme 
  • Bediend --> gods nabijheid
  • De avond voor de uitvaart een avondwake
  • Cremeren of begraven

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt er afgekeurd in de rooms-katholieke kerk wanneer iemand ernstig ziek is en binnenkort komt te overlijden?
A
Medicijnen
B
Bedienen
C
Euthanasie
D
Hulp van buitenaf (thuiszorg)

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Boeddhisme + Hindoeïsme
Boeddhisme:
  • Reïncarnatie 
  • Cremeren
  • bidden 49 dagen durende begrafenisperiode  --helpend bij Reïncarnatie 

Hindoeïsme
  • Bevrijding van het lichaam --> Lichaam wordt verbrand
  • Rouwplechtigheden duurt 12 dagen
  • Kinderen mogen niet trouwen het eerste jaar na het overlijden --> afgesloten met een herrineringsmaaltijd

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Wat raadt het boeddhisme aan wanneer de overledene in een bepaalde houding moet worden neergelegd?
A
Rechterzijde draaien
B
Dezelfde houding als hoe de Boeddha is gestorven
C
Linkerzijde draaien
D
Een gestrekte houding

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions