A2C H1 les 4

H1 les 4
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

H1 les 4

Slide 1 - Slide

fotograaf
Nog geen foto op Magister: Josias en Yoa

Locatie havo/vwo:
Dinsdag 12 september & woensdag 20 september
Je kunt hiervoor op ieder willekeurig moment een bezoek brengen aan de studiowagen. 

Slide 2 - Slide

aujourd'hui c'est le
......................................

Slide 3 - Slide

Comment ça va ?
ça va super! J'ai 
la pêche!
Je suis en pleine forme!

je suis amoureux(se)
je suis fatigué(e)
je suis crevé(e)
je suis KO 
ça ne va pas du tout!
"ça va comme-ci comme ça

Slide 4 - Slide

Quel temps fait-il aujourd'hui?

Slide 5 - Slide

aan het einde van de les
  • ik heb geoefend met lezen 
  • ik heb de passé composé in de tekst herkend

Slide 6 - Slide

pour mercredi 13 septembre
Apprendre : voc B f-n en n-f p. 50
Faire: ex 9, 10abc, 11b, 12ab p 26 t/m 29

Slide 7 - Slide

Kies uit à, en, au of aux
1. Les prochaines vacances, je vais.........................Angleterre.
2. Il a été beaucoup de fois................Etats-Unis
3. Tu voyages encore...................Allemagne?
4. Nous sommes ...................Helsinki
5. Papendrecht est un petit village.................Pays-Bas.
6. Il est....................Maroc avec son frère et ses parents.
timer
1:00

Slide 8 - Slide

A
Bonjour

Tu as passé de bonnes vacances?



Tu as été où?

Avec qui? 
Il a fait beau? 

B
Bonjour,

Oui, c'était super, 


J'ai été en Italie en voiture

Avec mes parents et mon frère.

Il a fait 28 degrés.

Slide 9 - Slide

Madagascar
Zoek op de wereldkaart en maak ex 9 p. 26

Hoe lang duur de vlucht ernaar toe, denk je ?


timer
4:00

Slide 10 - Slide

on corrige bron B p. 26  ex 9

  1. Madagascar
  2. Océan indien
  3. Antananarivo
  4. français
  5. le lémurien/le zébu/le caméléon

29 m. habitants

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Madagascar is .......keer zo groot als Nederland
A
3
B
6
C
15
D
30

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

ex 10a
  1. vervoer op het eiland
  2. dieren/natuur op het eiland / bezoek natuurpark
  3. activiteiten op het eiland/kanotocht
  4. aparte bomen/zonsondergang
  5. typische gerechten

Slide 20 - Slide

ex 10b
  1. oude auto's
  2. Zij is in het park Andringitra/ eerst was ze bang nu niet meer
  3. omdat het heel warm weer was  (donc -> dus)
  4. lange weg en slechte weg
  5. zij vond het eten heel lekker

Slide 21 - Slide

ex 11b
  1. komt aan
  2. arm
  3. de armen
  4. vissen
  5. pefect
  6. typisch

Slide 22 - Slide

pour mercredi 13 septembre
Apprendre : voc B f-n en n-f p. 50
Faire: ex 9, 10abc, 11b, 12ab p 26 t/m 29

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Video