Hoofdstuk 8. Verzoekschriftprocedure

Hoofdstuk 8. Verzoekschriftprocedure
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 8. Verzoekschriftprocedure

Slide 1 - Slide

Verzoekschrift of dagvaarding?
Verzoekschrift procedure wordt ook wel rekestprocedure genoemd.
Verzoekschrift procedures zijn rechtszaken die in 
gang worden gezet met een verzoekschrift.

Wisselbepaling




Slide 2 - Slide

Verzoekschrift of dagvaarding?
Moet een procedure in gang worden gezet met een dagvaarding of met een verzoekschrift?
  • Per procedure aanwijzingen in de wet. 
  • Art. 261 lid 2 Rv : een procedure begint met een verzoekschrift ‘als dit uit de wet voortvloeit’.
  • In het materiële recht (in het BW). 


Worden er woorden zoals ‘verzoek’, ‘verzoekschrift’ of ‘beschikking’ gebruikt, dan moet het geding worden ingeleid met een verzoekschrift. 

Eist de wet een dagvaarding, dan staan er termen zoals ‘vorderen’, ‘dagvaarden’ of ‘vonnis’.

Slide 3 - Slide

Verzoekschrift of dagvaarding?
Een verzoekschriftprocedure wordt gebruikt bij oneigenlijke rechtspraak én eigenlijke rechtspraak. 

Oneigenlijke rechtspraak 
Er hoeft geen uitspraak te worden gedaan over een verschil van mening tussen twee partijen. De verzoeker vraagt in zijn verzoekschrift aan de rechter om een bepaalde voorziening te treffen.


Eigenlijke rechtspraak 
Twee partijen leggen een geschil voor aan de rechter.

Slide 4 - Slide

Competentie
Absolute competentie
Wijkt niet af van de regeling in dagvaardingszaken

Relatieve competentie
Belangrijkste uitgangspunt is de woonplaats van de verzoeker (of die van een van de belanghebbenden)

Slide 5 - Slide

Inhoud en vorm van een verzoekschrift 
(Artikel 278 Rv)
Aanhef
Bovenaan staat ‘Verzoekschrift’, met vermelding van het wetsartikel waarop het verzoekschrift is gebaseerd. Vervolgens wordt het rechterlijk college genoemd waaraan het verzoekschrift is gericht.

Geeft eerbiedig te kennen
Onder de zin ‘Geeft eerbiedig te kennen’ maakt de verzoeker zich eerst bekend. Daarna volgen alle feiten en rechten die voor het verzoek van belang zijn.


Slide 6 - Slide

Inhoud en vorm van een verzoekschrift 
(Artikel 278 Rv)

Weshalve
Onder de zin ‘Weshalve’ komt de verzoeker met zijn verzoek.

Ondertekening
Het verzoekschrift wordt, als verplichte procesvertegenwoordiging geldt, ondertekend door de advocaat. De woonplaats van de advocaat geldt in dat geval als de woonplaats van de verzoeker. Is er geen advocaat, dan wordt het verzoek ondertekend door de verzoeker of door zijn gemachtigde.

Slide 7 - Slide

Verloop van de procedure
  • Belanghebbenden kunnen bij de procedure worden betrokken 
  • Verweerschrift schrijven is niet verplicht, mondelinge toelichting mag ook 
  • Gerekwestreerde / rekwestrant
  • Rechter is minder lijdelijk
  • Verloop procedure omschreven in art. 279 Rv
  • Rolreglement
  • Oproep voor de zitting minstens 1 week van te voren, via brief
  • Uitspraak van de rechter heet beschikking

Slide 8 - Slide

Verschil met dagvaarding
De verzoekschriftprocedure kent geen:
  • Rol 
  • Rolrechter, 
  • Conclusiewisselingen 
  • Pleidooien. 

De kern van de verzoekschriftprocedure wordt gevormd door de mondelinge behandeling ter zitting. 
Een verzoekschriftprocedure is vaak wat minder formeel en vaak ook vlotter dan de dagvaardingsprocedure, ook al omdat er geen conclusies worden genomen.

Slide 9 - Slide

Verschil met dagvaarding

Slide 10 - Slide

Complicaties
Onbevoegdheid rechter

Wijziging verzoek

Voeging of verwijzing
Art. 282 lid 4 Rv

Zelfstandig verzoek van de verweerder

Slide 11 - Slide

Personen- en familierecht
Bijna alle procedures in het personen- en familierecht zijn verzoekschriftprocedures. 
Het Rv geeft voor deze procedures speciale regels in art. 798 tot en met 813 Rv. 

Voor scheidingszaken geldt een eigen regeling (zie art. 814 tot en met 827 Rv).


Slide 12 - Slide

Personen- en familierecht
Te denken valt aan zaken over:

  • alimentatie,
  • curatele,
  • beschermingsbewind,
  • mentorschap, adoptie,
  • gezag over minderjarigen, ondertoezichtstelling,
  • ontheffing uit het ouderlijk gezag en
  • ontzetting uit het ouderlijk gezag. 

Slide 13 - Slide

Personen- en familierecht
Absolute competentie 
Familiekamer van de rechtbank 
Bevoegd in zaken die de persoon of het gezag betreffen. 
Zaken over gezag, kinderbescherming, omgang en echtscheiding

De kantonrechter
Zaken die het vermogen betreffen en dus meer over geld of op geld waardeerbare zaken gaan.

Curatele, handlichting, bewind, mentorschap en vermissing 

Slide 14 - Slide

Personen- en familierecht
Relatieve competentie 
  • Geregeld in art. 265 tot en met 269 Rv. 
  • Zaken over minderjarigen>de rechter van de woonplaats van de minderjarige bevoegd 
  • Als de minderjarige geen woonplaats heeft > de rechter van de werkelijke verblijfplaats. Meerderjarigen onder curatele of over wie mentorschap of beschermingsbewind wordt verzocht 

Voor de relatieve bevoegdheid bij verzoek tot echtscheiding geldt als uitgangspunt de woonplaats van de verzoeker (zie art. 262 Rv).

Slide 15 - Slide

Personen- en familierecht

Hoorrecht minderjarigen (art. 809 Rv)
Minderjarigen vanaf 12 jaar moeten de gelegenheid worden geboden om hun mening aan de rechter kenbaar te maken als hij een uitspraak wil gaan doen over een zaak die hen rechtstreeks raakt. 
Te denken valt aan de benoeming van een voogd of aan het toewijzen van gezag en omgang aan de (gescheiden) ouders.

Ook minderjarigen die nog geen 12 jaar oud zijn, kunnen door de rechter worden gehoord als de rechter meent dat de mening van het kind van belang kan zijn voor zijn beslissing en dat het kind oud genoeg is om zijn mening te geven.

Slide 16 - Slide

Verzoekschrift tot echtscheiding
  • Door beide echtgenoten 
  • Door een van de echtgenoten
  • Moet altijd ingediend door een advocaat!

Slide 17 - Slide