Hoorrecht minderjarigen (art. 809 Rv)Minderjarigen vanaf 12 jaar moeten de gelegenheid worden geboden om hun mening aan de rechter kenbaar te maken als hij een uitspraak wil gaan doen over een zaak die hen rechtstreeks raakt.
Te denken valt aan de benoeming van een voogd of aan het toewijzen van gezag en omgang aan de (gescheiden) ouders.
Ook minderjarigen die nog geen 12 jaar oud zijn, kunnen door de rechter worden gehoord als de rechter meent dat de mening van het kind van belang kan zijn voor zijn beslissing en dat het kind oud genoeg is om zijn mening te geven.