Les 05-03-2021, paragraaf 3.3

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: leerdoelen testen
25 minuten: aan het werk!

1 / 29
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: leerdoelen testen
25 minuten: aan het werk!

Slide 1 - Slide

Formule:
Omzet
 inkoopwaarde
brutowinst
bedrijfskosten
nettowinst
-

-

Slide 2 - Slide

Brutowinst = omzet - inkoopwaarde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Het totale bedrag van de verkochte producten noem je
A
Omzet
B
Afzet
C
Brutowinst
D
Nettowinst

Slide 4 - Quiz

Omzet = €1.000,-
Brutowinst = €500,-
Inkoopwaarde = ...
A
€1.500,-
B
€500,-
C
-€500,-
D
-€1.500,-

Slide 5 - Quiz

Wat bereken je met de formule
afzet x verkoopprijs?
A
omzet
B
toegevoegde waarde
C
nettowinst
D
brutowinst

Slide 6 - Quiz

Afzet= 50 stuks Prijs per stuk = €10,-
Inkoopwaarde = €200,-
Brutowinst =....

A
€300,-
B
€2.050,-
C
€290,-
D
€500,-

Slide 7 - Quiz

Wat is de nettowinst:
A
de brutowinst - de bedrijfskosten
B
de bedrijfskosten - de brutowinst
C
de brutowinst + de bedrijfskosten
D
de bedrijfskosten + de brutowinst

Slide 8 - Quiz

Joris kan door efficiënter te werken de bedrijfskosten in zijn bedrijf verlagen met € 4.500 per jaar. De brutowinst stijgt uiteindelijk met € 4.200.
Wat is het effect op de nettowinst?
A
De nettowinst stijgt met € 8.700
B
De nettowinst daalt met € 8.700
C
De nettowinst stijgt met € 4.500
D
De nettowinst blijft gelijk

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen:
- Ik kan de cijfers van bedrijven met elkaar vergelijken.
- Ik kan de winstgevendheid en groei van bedrijven berekenen.

HUISWERK: Paragraaf 3.3

Slide 10 - Slide

Hoe reken je met procenten?

Slide 11 - Slide

Verschillende berekeningen
  • deel : totaal x 100
  • bedrag : 100 x percentage
  • (nieuw-oud) : oud x 100

Slide 12 - Slide

Groei of daling berekenen
Wanneer je een groei of daling wilt uitrekenen gebruik je de volgende formule:

(𝑛𝑖𝑒𝑢𝑤 −𝑜𝑢𝑑)/𝑜𝑢𝑑 𝑥 100

Te herkennen aan de woorden: Meer, minder, groter, kleiner, groei, krimp stijging, daling etc...

Slide 13 - Slide

Voorbeelden groei of daling


Bijvoorbeeld.
Jan zijn omzet was vorige maand 35.000 euro. Deze maand is zijn omzet 65.000 euro. Hoeveel procent is zijn omzet gestegen?


Slide 14 - Slide

Jan zijn omzet was vorige maand 35.000 euro

Deze maand is zijn omzet 45.000 euro. Hoeveel procent is zijn omzet gestegen?
Hoe reken ik dit uit?
Stap 1. 
nieuwe omzet - oude omzet = stijging in geld
35.000 - 45.000 = 10.000 euro 

Stap 2. 
stijging in geld : oude omzet 
x 100 = groei in %
10.000 : 35.000 = 0,28571429
x 100 = 28,57%

Slide 15 - Slide

Piet zijn omzet was vorige maand 100.000 euro.

Deze maand is zijn omzet 110.000 euro.

Hoeveel procent is zijn omzet gestegen?
Hoe reken ik dit uit?
Stap 1.  
nieuwe omzet - oude omzet = stijging in geld

Stap 2.  
stijging in geld : oude omzet
x 100 = groei in %

Slide 16 - Slide

Vul het antwoord op de vorige vraag in. Hoeveel procent is Piet zijn omzet gestegen?

Slide 17 - Open question

Uitwerking
Stap 1.
110.000 - 100.000 = 10.000


Stap 2.
10.000 : 100.000 x 100% = 10%
Hoe reken ik dit uit?
Stap 1.
nieuwe omzet - oude omzet = stijging in geld


Stap 2.
stijging in geld : oude omzet
x 100 = groei in %

Slide 18 - Slide

Hoeveel is alles ten opzichte van de omzet??
Omzet
 inkoopwaarde
brutowinst
bedrijfskosten
nettowinst
-

-

Slide 19 - Slide

Percentage uitrekenen van de omzet 

Soms moet je berekenen hoeveel procent de inkoopwaarde, brutowinst, bedrijfskosten of nettowinst is van de omzet (100%). 

___________  : omzet x 100 = __________%
bv. inkoopwaarde : omzet x 100 = % inkoopwaarde

Slide 20 - Slide

omzet: 83.000 euro
inkoopwaarde: 46.000 euro
Hoeveel procent is de inkoopwaarde van de omzet?

Slide 21 - Open question

Uitwerking
___________ : omzet x 100 = __________%
inkoopwaarde : omzet x 100 =__________%

46.000 / 83.000 x 100% = 55,42%


Slide 22 - Slide

omzet: 83.000 euro
brutowinst: 34.000 euro
Hoeveel procent is de brutowinst van de omzet?

Slide 23 - Open question

Uitwerking
___________ : omzet x 100 = __________%
brutowinst : omzet x 100 =__________%

34.000 / 83.000 x 100% = 40,96%


Slide 24 - Slide

omzet: 83.000 euro
bedrijfskosten: 7.000 euro
Hoeveel procent is de brutowinst van de omzet?

Slide 25 - Open question

Uitwerking
___________ : omzet x 100 = __________%
bedrijfskosten : omzet x 100 =__________%

7.000 / 83.000 x 100% = 8,43%


Slide 26 - Slide

omzet: 260.000 euro
nettowinst: 39.000 euro
Hoeveel procent is de nettowinst van de omzet?

Slide 27 - Open question

Uitwerking
___________ : omzet x 100 = __________%
nettowinst : omzet x 100 =__________%

39.000 / 83.000 x 100% = 46,99%


Slide 28 - Slide

HUISWERK
Opdrachten paragraaf 3.3

Slide 29 - Slide