WEBB 26.5 + 26.6

Welkom
5 havo BEDRIJFSECONOMIE||  2022-2023
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
5 havo BEDRIJFSECONOMIE||  2022-2023

Slide 1 - Slide

Programma

  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag

Slide 2 - Slide

Nettowinst
afzet x inkoopprijs
Dit is (meestal) een percentage van de inkoopprijs
Omzet min Inkoopwaarde v.d. omzet
Brutowinst min bedrijfskosten
Interest-opbrengsten min Interestkosten
Brutowinst min Nettowinst
afzet x verkoopprijs
Dat is juist
Bedrijfs-resultaat
Inkoopwaarde v.d. omzet
Brutowinstopslag
Brutowinst
Nettowinst
Financierings-resultaat
Bedrijfskosten
Omzet
De balansposten zijn altijd exclusief btw vermeld

Slide 3 - Drag question

Leerdoelen

Je kunt een vergelijking maken tussen de verwachte winst en de werkelijke winst en de verschillen analyseren.

Je kunt de verschillenanalyse bij ondernemingen met dienstverlening opstellen.

Slide 4 - Slide

Verschillenanalyse
Je maakt een vergelijking tussen de verwachte winst en de werkelijke winst en analyseert de verschillen; 
  • Waarom is de brutowinst hoger/lager dan verwacht; verandering verkoopprijs, verandering inkoopprijs en/of verandering afzet? 

  • Welke kosten zijn er hoger/lager dan verwacht en hoe komt dat? 

Slide 5 - Slide

Welke beleidsmaatregelen ga je nemen om voor de volgende periode een zo realistisch mogelijke begroting op te kunnen stellen? 

Voorbeeld: hogere inkoopprijs of kosten? 
  • kun je goedkoper inkopen? 
  • inkoopprijs/ kosten voor hoger bedrag begroten? 
  • hogere inkoopprijs/ kosten ten laste van winst of doorberekenen in verkoopprijs? 

Slide 6 - Slide

Voor je scooterhandel koop je een nieuwe scooter in voor € 1.935.
De verkoopprijs wordt € 2.759.
Bereken de brutowinstopslag in procenten van de inkoopprijs
A
824%
B
€ 824
C
42,6%
D
29,9%

Slide 7 - Quiz

Elma verkoopt bloembollen. De verkoopprijs van een bakje bloembollen is € 4,94. Ze heeft de bakjes bloembollen ingekocht voor € 2,60.
Bereken hoeveel de brutowinstopslag is in procenten van de verkoopprijs.

A
47,35%
B
52,63%
C
90%
D
190%

Slide 8 - Quiz

voorcalculatie: afzet 18.000, vkp €30, ikp €20
nacalculatie: afzet 17.000, vkp €30, ikp €22
Bereken het verschil in brutowinst

Slide 9 - Open question

voorcalculatie: afzet 18.000, vkp €30, ikp €20
nacalculatie: afzet 17.000, vkp €30, ikp €22
Bereken het verschil in brutowinst door lagere omzet

Slide 10 - Open question

voorcalculatie: afzet 18.000, vkp €30, ikp €20
nacalculatie: afzet 17.000, vkp €30, ikp €22
Bereken het verschil in brutowinst door andere inkoopwaarde

Slide 11 - Open question

Aan de slag!
26.13 t/m 26.18

Slide 12 - Slide