This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Lees de theorie op blz. 191.
Lees verder in je leesboek.
§6Een interview
uitwerken
Startopdracht:
HELDEN
timer
6:00
THEMA D
Slide 1 - Slide
Je kunt een interview uitwerken tot een artikel door spreektaal te veranderen in schrijftaal.
Je kunt een tekst verdelen in een inleiding, middenstuk en een slot.
Lesdoelen
Slide 2 - Slide
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
IN DEZE LES:
Thema D - Helden
1. Herhalingsvragen.
2. Huiswerk (paragraaf 4) bespreken.
3. Uitleg over interviewtechnieken.
4. Werken aan paragraaf 5.
5. Leesboek eindopdracht.
6. Afsluiten
Slide 3 - Slide
In een thema komen meerdere onderdelen van Nederlands samen. We ronden een thema niet af met een toets, maar met een product (paragraaf 8).
Slide 4 - Slide
Er volgen nu wat herhalingsvragen
Slide 5 - Slide
Wanneer vraag je door tijdens het interviewen?
Slide 6 - Open question
Noem een voorbeeld van een vraag inclusief vervolgvraag.
Slide 7 - Open question
§6 Interview uitwerken
Bladzijde 195-196
Slide 8 - Slide
Interview uitwerken
Als je een interview uitwerkt tot een artikel, begin je met een inleiding. Daarin vertel je bijvoorbeeld wie je hebt geïnterviewd en waarom.
In het middenstuk komen de vragen met daaronder de antwoorden van de geïnterviewde. Als je ergens hebt doorgevraagd, vat je het antwoord op de hoofdvraag en de doorvraagvragen samen tot één antwoord.
Je kunt in het slot vertellen wat je van het interview vond, bijvoorbeeld dat je het heel leuk vond om deze persoon te interviewen, of wat je ervan hebt geleerd.
Slide 9 - Slide
Interview uitwerken
Als je het interview hebt opgenomen, kun je beter niet precies uittypen wat de geïnterviewde heeft gezegd. Mensen die praten, gebruiken vaak spreektaal: ze maken hun zinnen bijvoorbeeld niet af, of gebruiken vaak woordjes die niet zoveel betekenen, zoals 'ehhhh' of 'nou, kijk.'
Als je een interview uitwerkt, moet je spreektaal omzetten in schrijftaal:
Vat lange antwoorden samen.
Maak korte zinnen die beginnen met een hoofdletter en eindigen met een leesteken.
Gebruik geen woordjes die niets betekenen, zoals 'uh' of 'zegmaar'.
Slide 10 - Slide
De opmaak
Gebruik een witregel tussen inleiding, middenstuk en slot én na de antwoorden in het middenstuk.
Zorg ervoor dat de vragen er anders uitzien dan de antwoorden, bijvoorbeeld door de vraag vet of cursief te maken of hem te onderstrepen.
Plaats boven vragen die bij elkaar horen eventueel een tussenkopje.
Plaats eventueel een foto van de geïnterviewde bij de tekst.
Noteer ten slotte een passende titel boven de tekst. Je kunt deze zelf bedenken, maar je kunt ook een geschikt citaat uit het interview gebruiken.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Aan het werk
Wat?
Thema D §6 Interview.
Opdracht 1 t/m 3 op blz. 191-192.
Hoe?
Klassikaal, schrijf mee!
Hulp
De 4 B's en het oogje.
Tijd
Timer.
Klaar?
Optie 1: Verder in je leesboek.
Optie 2: Interview vragen bedenken.
Optie 3: Verdiepen in het thema via de website van de mediatheek.