Blok 6 Mens & Activiteit

Blok 6 Mens & Activiteit
Alle belangrijke woorden die je tegenkomt in de LessenUp zijn zwart gekleurd! 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Blok 6 Mens & Activiteit
Alle belangrijke woorden die je tegenkomt in de LessenUp zijn zwart gekleurd! 

Slide 1 - Slide

Doelgroep
In de zorg werk je soms met individuele mensen en soms met groepen mensen. Je kunt die mensen onderverdelen in doelgroepen. Dit betekent dat je ze dan indeelt op basis van gezamenlijke kenmerken, zoals leeftijd, hobby’s, ziekte, handicap.

Slide 2 - Slide

Buitenschoolse opvang
Je vindt dat jongens en meisjes tussen de leeftijd van 4 t/m 12 jaar.

Slide 3 - Slide

Bedenk een activiteit wat past voor zowel jongens als meisjes in de leeftijd tussen de 4 en 5 jaar:

Slide 4 - Open question

Bedenk hier een activiteit specifiek voor meisjes in de leeftijd van 11 tot en met 12 jaar:

Slide 5 - Open question

Gehandicaptenzorg
Er zijn veel verschillende soorten handicaps. 
Elke handicap vraagt om andere zorg. 
Wanneer je de cliënten indeelt op basis van kenmerken, kun je beter aan hun zorgvraag voldoen en kun je de zorg beter organiseren.

Slide 6 - Slide

Waar kun je rekening mee houden tijdens het indelen van een groep binnen de gehandicaptenzorg?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

Welke eigenschappen moet een activiteitenbegeleider beheersen volgens het filmfragment?

Slide 9 - Open question

Een activiteit aanbieden kan op 2 manieren:

* Individueel: je doet met één persoon een activiteit. 
* In groepsverband: een groep bestaat uit meerdere personen.

Slide 10 - Slide

Groepen kun je onderverdelen in:

Homogene groepen: mensen hebben dezelfde kenmerken. 
De mensen in de groep zijn bijvoorbeeld ongeveer even oud en van hetzelfde geslacht, zoals bij een voetbalteam.

Heterogene groepen: in deze groep zijn de verschillen groter. Er is bijvoorbeeld een groter leeftijdsverschil en er zijn zowel jongens als meisjes, zoals bij een groep in een kinderdagverblijf.

Slide 11 - Slide

Binnen de kinderdagopvang 
Verticale en horizontale groepen : niet iedereen is even oud. Een groep met kinderen van 0 t/m 4 jaar in dezelfde groep.

Horizontale groep: iedereen is even oud. Een groep met alleen baby’s in dezelfde groep.

Slide 12 - Slide

Voeg een afbeelding toe van een verticale groep!

Slide 13 - Open question

Wat is kenmerkend aan een horizontale groep?

Slide 14 - Slide

Organiseren Activiteiten
 leerjaar 1

Binnen de activiteiten die jullie hebben georganiseerd voor de leerjaar 1 klas heb je rekening gehouden met je doelgroep. 
Op welke manier(en) hebben jullie dat gedaan? 

Slide 15 - Slide

Gedragproblemen
Wanneer het gedrag van kinderen en jongeren als probleem wordt ervaren.

Slide 16 - Slide

Opdracht lesmethode
Ga naar --> Activiteit voor de week van Zorg & Welzijn van Blok 6.
Maak opdracht 1. De doelgroep van het gezondheidscentrum.
Opdracht 1.1 en 1.2 maak je in de lesmethode.
Opdracht 1.3 maak je in Classroom. 
Maak van opdracht 2 alleen opdracht 2.2 in de lesmethode. 
Daarna gaan we de opdrachten gezamenlijk bespreken.
Succes!!

Slide 17 - Slide

Blok 6 Mens & Activiteit
Klassikaal bespreken=
Terugblik vorige les:
Hoe vond je het om de activiteiten uit te voeren aan de leerjaar 1 leerlingen? 
Was het gegaan zoals je had gehoopt/ had verwacht? 
Waarom wel/ niet? Waar ben je trots op?
Vertel eens!



Slide 18 - Slide

Huiswerkopdracht vorige les:
Je hebt de activiteiten uitgevoerd met je groepje aan de leerjaar 1 leerlingen tijdens de vorige les.
Je hebt hier achteraf op gereflecteerd. 
Je hebt genoteerd in dit reflectieverslag hoe het is gegaan.
   "Heeft iedereen deze reflectie ingeleverd?"
Dit telt mee voor je portfolio opdracht, dus voor een punt!

Slide 19 - Slide

Opdrachten uit lesmethode bespreken
Opdracht 1.1: welke mensen zouden de doelgroep kunnen zijn van het gezondheidscentrum?
Opdracht 1.2: welke activiteiten zouden er kunnen worden georganiseerd om deze mensen kennis te laten maken met het gezondheidscentrum? 
Controleer of je opdracht 1.3 hebt ingeleverd in Classroom!

Slide 20 - Slide

Opdracht 2.2: Welke antwoorden heb je gegeven om de toegankelijkheid te vergroten voor alle mensen die het gezondheidscentrum bezoeken?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Een tabel maken
Je hebt gekeken naar het filmpje hoe je een tabel kunt maken.

Deze instructies heb je nodig voor het maken van opdracht 4.4 en opdracht 4.5 uit de lesmethode. 

Slide 23 - Slide

Opdracht lesmethode
Ga naar de digitale lesmethode;
Lees opdracht 3. Een knutselactiviteit voor kinderen plannen goed door; deze hoef je NIET te maken.

Maak alle  opdrachten van opdracht. 4 Planning maken voor het knutselen. Dit is een voorbeeld van een examenopdracht!

Slide 24 - Slide

Planning maken (opdr. 4)
Voor het maken van het skelet heb je  +- 30 minuten de tijd voor. Deze informatie heb je nodig voor het maken van opdracht 4 uit de lesmethode.
Let op: opdracht 4.4 en 4.5 lever je in, zie Classroom.
Je werkt ZELFSTANDIG aan de opdrachten.
Succes!!


Slide 25 - Slide

In het Gezondheidscentrum...
... heb je te maken met allerlei soorten mensen. Ze komen met een reden naar het gezondheidscentrum, bijvoorbeeld voor een tandartsafspraak.
Je gaat nu kijken naar een fragment : agressie aan de balie.  
Kijk goed naar de (non)verbale communicatie tussen deze twee personen. 
Wat valt je op?

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Wat valt je op aan de persoon (man) achter de balie? Zowel non- verbaal als verbaal.

Slide 28 - Open question

Wat valt je op aan de persoon (vrouw) voor de balie? Zowel non- verbaal als verbaal.

Slide 29 - Open question

Hoe zou je zelf reageren en waarom op deze manier?

Slide 30 - Open question

Blok 6. Opdracht 11
Maak ZELFSTANDIG opdracht 11.1 t.m 11.5
Deze lever je in, in Classroom. 

Slide 31 - Slide

Memoryspel maken
Ter voorbereiding op je minitoets 2 ga je een Memoryspel maken en spelen. 
Je loopt Blok 4 t/m 6 door, werkt begrippen uit of stellingen dat mag bijvoorbeeld ook! Je zoekt bij het begrip, de juiste tekst.
Deze ga je vervolgens in  3 of 4- tallen spelen met elkaar. 

Slide 32 - Slide