03. H5.3 Sparen en interen/geen tekorten meer (4-2-25)

H5 Rondkomen
5.3 Geen tekorten meer / 5.3 Sparen en interen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H5 Rondkomen
5.3 Geen tekorten meer / 5.3 Sparen en interen

Slide 1 - Slide

Vandaag
Huiswerk bespreken
BKGT: Hoofdstuk 5 paragraaf 3
Vragen beantwoorden
Huiswerk

Slide 2 - Slide


B

Leren + maken 
Hoofdstuk 5.1 + 5.2




KT

Leren + maken
Hoofdstuk 5.1 + 5.2



Huiswerk 4 februari

Slide 3 - Slide

Opdracht 10-2
Fout in het boek/systeem. Juiste antwoorden:

10-2c) Tot en met maand 11 kost de behandeling € 

 per maand. Vanaf maand 12 kost het nog €

83,19
119,52

Slide 4 - Slide

Opdracht 10-2
10-2c) Tot en met maand 11 kost de behandeling € ...
 per maand. 
(203+122,90+159,10):11= 44,09
44,09+39,10=€83,19 per maand

Vanaf maand 12 kost het nog 
827:13+55,90 = € 119,52 per maand

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Voorbeeld:
Jacko krijgt €15 zakgeld per week. Hoeveel krijgt hij per maand?
  • Eerst naar jaar!
  • Dan naar maand
  • 15 x 52 = 780
  • 780 : 12 = 65
  • Jacko krijgt €65 per maand zakgeld

Slide 7 - Slide

Voorbeeld:
Jarno verdient €130 per maand. Hoeveel verdient hij per week?
  • Eerst naar jaar!
  • Dan naar week
  • 130 x 12 = 1560
  • 1560 : 52 = 30
  • Jarno verdient €30 per week

Slide 8 - Slide

Doel 5.3:
  • B: Ik kan uitleggen wat een tekort is.
  • BKT: Ik kan uitleggen hoe je een tekort kunt voorkomen.
  • KT: Ik kan benoemen hoe je rond kunt komen van je geld.

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

Budget
Een bedrag wat beschikbaar is 
voor bepaalde uitgaven.

Slide 11 - Slide

Voorkomen van een tekort
  • Budgetten vaststellen
  • Je houden aan de vastgestelde budgetten
  • Geld dat overblijft, apart zetten

Slide 12 - Slide

Begroting
= overzicht van 
verwachte inkomsten 
en 
verwachte uitgaven

Slide 13 - Slide

Je wilt een Macbook kopen van 1300 euro... Hoe los je dit op?

Slide 14 - Slide

Sparen
Prijs: 300 euro
Ik krijg elke maand  20 euro
zakgeld. Hoeveel maanden
moet ik sparen voor een PS4?

aankoopbedrag : spaarbedrag per maand
aantal spaarmaanden

Slide 15 - Slide

Sparen
aankoopbedrag : aantal spaarmaanden 
= spaarbedrag per maand

Ik heb een nieuwe iPhone gekocht
van 1000 euro. Ik heb voor deze 
telefoon 12 maanden gespaard.
Hoeveel heb ik per maand gespaard?

Slide 16 - Slide

budget: opdracht  7 + 8
timer
1:00

Slide 17 - Slide

Sparen en interen
Zijn je werkelijke uitgaven lager dan het budget, dan houd je geld over. Het is verstandig om dit overschot te sparen.

Zijn je werkelijke uitgaven hoger dan het budget, dan kom je geld tekort en moet je interen op je spaargeld. Hierdoor kunnen financiële problemen ontstaan!

Slide 18 - Slide

Redenen om te sparen
  1. Voor grote uitgaven
  2. Voor de opvang van tegenvallers
  3. Voor de rente
Rente: een vergoeding die de bank betaalt, omdat de bank gebruik mag maken van je spaarrekening.

Slide 19 - Slide

Spaarrekening
Bankrekening

Slide 20 - Slide

Rente: een vergoeding die de bank betaalt, omdat de bank gebruik mag maken van je spaarrekening.
Meer geld > meer rente

Slide 21 - Slide

interen 

Slide 22 - Slide

interen 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Wat is rente en waaruit is het opgebouwd?

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Percentages berekenen
Optie 1:  bedrag : 100 x het percentage = 
(met/zonder verhoudingstabel)

Optie 2:  vermenigvuldigingsfactor  (percentage : 100)
1% = x0,01
10% = x0,10 
50% = x0,50

Slide 27 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 28 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 29 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 30 - Open question

Hoe kan je rond komen van je geld?

Slide 31 - Open question

Hoe kan je een tekort op je budget voorkomen?

Slide 32 - Open question


Antwoord lesdoel(en)

Slide 33 - Open question


B

Leren + maken 
Hoofdstuk 5.1 + 5.2 + 5.3




KT

Leren + maken
Hoofdstuk 5.1 + 5.2 +5.3



Huiswerk 10 februari

Slide 34 - Slide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 35 - Slide