Verzekeren

Verzekeren
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verzekeren

Slide 1 - Slide

Soorten verzekeringen

Slide 2 - Mind map

Lesdoelen:
- Aan het einde van de uitleg kan je doormiddel van een berekening de afweging tussen wel of niet verzekeren maken.
- Aan het einde van de uitleg ken je de begrippen asymmetrische informatie en averechtse selectie. 
- Aan het einde van de uitleg kan uitleggen wat een eigen risico is. 

Slide 3 - Slide

De totale verzekeringskosten bestaan uit...
A
Premie + eigen risico
B
Poliskosten
C
Poliskosten + premie
D
Poliskosten + premie + assurantiebelasting

Slide 4 - Quiz

Bereken de verzekeringskosten:
De premie is €34,60, de poliskosten is 4,50 en de assurantiebelasting is 21%.
A
€39,10
B
€47,31
C
€41,87
D
€8,21

Slide 5 - Quiz

Waarom antwoord B?
 
Premie                                      €34,60
Poliskosten                             €4,50       +
                                                      €39,10 
Assurantiebelasting           €8,21       +      
Verzekeringskosten            €47,31

Slide 6 - Slide

Stelling I: De verzekerde is degene die verzekerd is.
Stelling II: De verzekeraar is het bedrijf waarbij je verzekerd bent.
A
Stelling I is fout Stelling II is goed
B
Stelling I is goed Stelling II is fout
C
Stelling I & II zijn goed
D
Stelling I & II zijn fout

Slide 7 - Quiz

Eindelijk wereldkampioen
  • fafa
  • Wij vermijden risico's = risico-aversie
  • dus... we sluiten verzekeringen af!

Slide 8 - Slide

moral hazard
  • gedraag je, je anders als je weet dat je goed verzekerd bent?
  • Voorbeeld: reisverzekering (minder goed op je spullen letten?)
  • moral hazard = je gedrag verandert doordat je verzekerd bent!

Slide 9 - Slide

Uitleg
Averechtse selectie: alleen mensen die van zichzelf weten dat ze groot risico lopen nemen de verzekering. 
Asymmetrische informatie: De verzekeraar heeft niet dezelfde informatie als de verzekerde.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Risico berekenen 

De kans dat je scooter wordt gestolen is 1:5. 
Dat wil zeggen dat eens in de vijf jaar je scooter gestolen wordt.
Een nieuwe scooter kost 2.000 euro. 

(1:5)  x 2000 = 400euro 
Is de premie per jaar minder dan 400 euro dan kan je een verzekering overwegen
Risico: kans op voorval x gemiddeld schadebedrag 

Slide 12 - Slide

De kans dat je fiets wordt gestolen, is 1 op 5. Een nieuwe fiets kost €700,-
Een fietsverzekering kost €190,- per jaar.
Ga je de fiets wel of niet verzekeren?
A
Wel verzekeren
B
Niet verzekeren

Slide 13 - Quiz

Want
De berekening gaat zo: 
(1:5) x €700 = €140,- per jaar. 
De premie per jaar kost €190,- en is dus hoger dan de kans dat de fiets gestolen wordt. 
Daarom is het niet verstandig om je fiets te verzekeren. 

Slide 14 - Slide

Aansprakelijkheidsverzekering particulieren (AVP)

Slide 15 - Slide




Groep A
Kans op schade 20%
Schadevergoeding € 250



Groep B
Kans op schade 60%
Schadevergoeding € 500
Premie € 100,-
Premie € 250,-
Premiedifferentiatie 

Slide 16 - Slide

Eigen risico = je moet het eerste gedeelte van de
                           schade zelf betalen

Voordeel verzekerde: minder premie betalen

Voordeel verzekeringsmaatschappij:
de verzekerde gaat zich voorzichtiger gedragen.

Slide 17 - Slide

Sleep de begrippen naar de juiste uitleg
De kans dat vooral mensen met een hoog risico zich verzekeren.

De verzekeraar weet niet hetzelfde als de verzekerde.
Meer risico nemen omdat je verzekert bent.
Asymmetrische
informatie
Averechtse selectie
Moral hazard

Slide 18 - Drag question

Lesdoelen:
- Aan het einde van de uitleg kan je doormiddel van een berekening de afweging tussen wel of niet verzekeren maken.
- Aan het einde van de uitleg ken je de begrippen asymmetrische informatie en averechtse selectie. 
- Aan het einde van de uitleg kan uitleggen wat een eigen risico is. 

Slide 19 - Slide

En nu?
Invullen van google forms (3 minuten) 

Slide 20 - Slide

Timer
timer
3:00

Slide 21 - Slide

En nu?
Maken opdracht 42 t/m 51. (Overslaan 44, 49, 50) 
Je mag zachtjes overleggen, dus niet luid!
Heb je vragen stel ze! 

Ben je klaar? Kijk naar het beursspel! 

Slide 22 - Slide