Bij -teit is het achtervoegsel overgenomen uit van Franse leenwoorden.
Je hoort -teit en je schrijft ook -teit.
Let op, deze woorden hebben niks te maken met -tijd, dat zijn instinkers! Bijvoorbeeld bij wedstrijd en wintertijd. Bij meervoud schrijf je -teiten.
Een aantal voorbeelden:
majesteit, universiteit, realiteit, activiteit, elektriciteit