What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
TaalCompleet B1 thema 4 herhaling
TaalCompleet B1 - Thema 4
herhaling
1 / 44
next
Slide 1:
Slide
NT2
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
44 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
TaalCompleet B1 - Thema 4
herhaling
Slide 1 - Slide
Welk woord hoort in de zin?
Slide 2 - Slide
Ik ......... me nu pas hoe moeilijk het is om een nieuwe taal te leren. Dat kost echt veel tijd!
A
noteer
B
besef
C
bevestig
D
dwing
Slide 3 - Quiz
Peter ........... ontzettend. Zijn fiets is gestolen en zijn OV-chipkaart is kwijt. Hoe moet hij nu naar school?
A
baalt
B
denkt
C
vindt
D
verbaast zich
Slide 4 - Quiz
Ik ga nu zes maanden naar school. ............. spreek ik best goed Nederlands!
A
ondertussen
B
inmiddels
C
verbaasd
D
verdacht
Slide 5 - Quiz
Om belastingaangifte te doen moet je ............... met je DigiD.
A
blokkeren
B
uitzoeken
C
inloggen
D
bevestigen
Slide 6 - Quiz
Ik ben erg ............... Het was een moeilijk sollicitatiegesprek, maar ik heb de baan gekregen!
A
per ongeluk
B
professioneel
C
opgelucht
D
representatief
Slide 7 - Quiz
Wat zou je doen?
Geef antwoord op de vraag.
Slide 8 - Slide
Wat zou je doen als je vandaag jarig was?
Slide 9 - Open question
Wat zou je doen als je vandaag nieuwe buren kreeg?
Slide 10 - Open question
Reageer en geef je mening:
"Ik vind het fijn
dat
we de woorden en grammatica van thema 4
herhalen.
Slide 11 - Slide
Je buurvrouw heeft tijdens de vakantie voor jouw kat gezorgd. Wat zeg je tegen haar?
Slide 12 - Open question
De docent is vergeten jouw huiswerk na te kijken. Wat zeg je?
Slide 13 - Open question
Je beste vriend heeft geen tijd om in het weekend met je af te spreken. Wat zeg je?
Slide 14 - Open question
'niet' of 'geen'
Slide 15 - Slide
Welke zin is goed?
A
Ik koop niet nieuwe kleding tijdens Black Friday.
B
Ik koop geen nieuwe kleding tijdens Black Friday.
Slide 16 - Quiz
Mijn kat ligt op de bank.
Slide 17 - Open question
Ik wil dit weekend naar Amsterdam gaan.
Slide 18 - Open question
Welke zin is goed?
A
Hij is nog niet zo lang vegetariër.
B
Hij is nog geen zo lang vegetariër.
C
Hij is niet nog zo lang vegetariër.
Slide 19 - Quiz
Gebruik je het meervoud?
Slide 20 - Slide
Ik koop drie .......... bananen op de markt.
A
kilo's
B
kilo
Slide 21 - Quiz
Kom binnen, ga snel zitten.
De les is vijf ............ geleden begonnen.
A
minuten
B
minuut
Slide 22 - Quiz
Ik ga al .............. elk weekend koffie drinken bij mijn buurvrouw.
A
jaar
B
jaren
Slide 23 - Quiz
Volgend jaar wordt mijn broer 40 .................
A
jaar
B
jaren
Slide 24 - Quiz
Ik probeer vaker te sporten.
waneer gebruik je 'te'?
Slide 25 - Slide
Ik ga vandaag een lekker ontbijt ........ eten.
A
te
B
-
Slide 26 - Quiz
De man staat buiten een sigaret ...... roken.
A
te
B
-
Slide 27 - Quiz
De moeder is met haar dochter langs de zee aan het ..... lopen.
A
te
B
-
Slide 28 - Quiz
Het kleine meisje probeert een foto ...... maken.
A
te
B
-
Slide 29 - Quiz
De man probeert tijdens zijn vakantie een hoge berg ...... beklimmen.
A
te
B
-
Slide 30 - Quiz
Anna en Max houden van ..... wandelen in de natuur.
A
te
B
-
Slide 31 - Quiz
Het kind probeert een toren van houten blokken ..... bouwen.
A
te
B
-
Slide 32 - Quiz
De zwemmer wil het wereldrecord op de 200 meter graag ....... verbeteren.
A
te
B
-
Slide 33 - Quiz
De zwemmer probeert het wereldrecord op de 200 meter ..... verbeteren.
A
te
B
-
Slide 34 - Quiz
on- / - achtig / - baar / -loos
Slide 35 - Slide
Jan heeft al zes maanden geen werk. Hij is ............
Slide 36 - Open question
De bus en de trein rijden vandaag niet. Daarom is de school slecht ................. voor cursisten van buiten de stad.
Slide 37 - Open question
De politicus is heel kritisch. Hij geeft vaak zijn ................. mening.
Slide 38 - Open question
Anna houdt van klimmen en wandelen. Ze gaat graag op vakantie naar een .............. gebied.
Slide 39 - Open question
Suzanne is een ................. vrouw. Ze verdient haar eigen inkomen.
Slide 40 - Open question
Maak een zin met 'pech hebben'
Slide 41 - Open question
Maak een zin met 'zoals gewoonlijk'
Slide 42 - Open question
Maak een zin met 'afruimen'
Slide 43 - Open question
Maak een zin met 'rood staan'
Slide 44 - Open question
More lessons like this
TaalCompleet B1 thema 4 herhaling
June 2024
- Lesson with
44 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
TaalCompleet B1 thema 4 herhaling
June 2024
- Lesson with
39 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
TaalCompleet B1 thema 4 werkwoorden met 'te'
June 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
TaalCompleet B1 thema 4 werkwoorden met 'te'
April 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
TaalCompleet B1 thema 4 werkwoorden met 'te'
October 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
TaalCompleet B1 thema 4 werkwoorden met 'te'
March 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
TaalCompleet B1 thema 4 werkwoorden met 'te'
September 2023
- Lesson with
13 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
TaalCompleet B1 thema 4 werkwoorden met 'te'
March 2024
- Lesson with
13 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1