Naamvallen en de regelmatige werkwoorden

Naamvallen en de modale werkwoorden
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Naamvallen en de modale werkwoorden

Slide 1 - Slide

Ich habe dem Chef endlich mal d___ Wahrheit (v) gesagt.

Slide 2 - Open question

Wir machen Ihnen ein___ Vorschlag (m).

Slide 3 - Open question

Mutti gibt d___ Kind ein Geschenk.

Slide 4 - Open question

Er hat sein______ Mutter ein_____ Computer (m) gegeben.

Slide 5 - Open question

D_____ Mann hat sein_____ Freunde__ ein_____ Karte geschickt.

Slide 6 - Open question

Regelmatige werkwoorden

Slide 7 - Slide

Vertaal:
machen - zij maken

Slide 8 - Open question

Vertaal:
melden - jullie melden

Slide 9 - Open question

Vertaal:
reisen - jij reist

Slide 10 - Open question

Vertaal:
arbeiten - hij werkt

Slide 11 - Open question

Vertaal:
wandern - wij wandelen

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video