[2ABC] 5.4

• nask
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Wat gaan we vandaag doen?

• korte herhaling van de vorige les.
• warmtetransport, wat is dat.
• geleiding
• stroming
• straling

Zet de juiste energievormen in de pijlen.

Chemische energie

Elektrische energie

Thermische energie

Stralings energie

Bewegings energie

Zwaarte energie

Magnetisch energie

Zet de juiste energievormen in de pijlen.

Chemische energie

Elektrische energie

Thermische energie

Stralings energie

Bewegings energie

Zwaarte energie

Magnetisch energie

We kennen verschillende energiebronnen. Een energiebron levert een energiesoort. Sleep de juiste energiesoort bij elke energiebron.

zon

fossiele brandstoffen

wind

atoom-

splijting

chemische energie

bewegings- energie

kern energie

stralings-

energie

4 goed is 2 pnt

2 goed is 1 pnt

00:29

Welke drie vormen van warmte transport zijn er

00:29

Warmte gaat van

1. een plaats met veel warmte naar een plaats met weinig warmte
2. een plaats met weinig warmte naar een plaats met veel warmte
3. links naar rechts
4. onder naar boven en weer terug, maar soms ook van boven naar onder en dan weer terug

01:28

Welk metaal geleidt de warmte het beste

1. ijzer
2. messing
3. koper
4. aluminium

01:28

Welk metaal geleidt de warmte het slechtste

1. ijzer
2. messing
3. koper
4. aluminium

Welke vormen van warmte transport zijn er?

1. geleiding
2. stroming
3. straling

Warmte transport

je ziet drie verschillende manier van warmte transport. hoe verplaatst de warmte zich?

Geleiding

1. Er is contact tussen twee vaste stoffen. De warmte gaat van de ene vaste stof naar de andere vaste stof.
2. Bij één stof. De stof blijft op zijn plaats de warmte verdeeld zich over de stof.

Metalen zijn goede geleiders

Hoe gaat de warmte als je een ijsklontje in je hand hebt

1. van het ijsklontje naar je hand
2. van je hand naar het ijsklontje

Stroming

de vloeistof of het gas verplaatst zich en neemt de warmte mee.

De warme stof gaat omhoog

Straling

De warmte wordt afgegeven. De stof blijft op zijn plaats en er is geen tussenstof nodig voor straling.

De warmte kan zich over grote afstand verplaatsen (van de zon naar de aarde.

Denkbeeldig proefje

Waarnemingen.

Waar kun je dichter bij de vlam komen (aan de zijkant of aan de bovenkant)?

Waar gaat de warmte heen?

Waar kun je het dichtste bij de vlam komen?

Waar stroomt de warmte heen?

00:24

waar denk je aan bij warmte?

00:48

Wat is het verschil tussen warmte en temperatuur?

01:54

Noteer de drie vormen van warmte transport.

03:53

Welke kleur absorbeert de meeste warmte

03:53

Welke kleur weerkaatst de meeste warmte

Isolatie

Het tegenhouden van de warmte noemen we isoleren.

Je kunt isoleren om de warmte ergens binnen te houden (huis, warme kleren) maar ook juist ergens buitenn te houden (koolkast, koelbox)

volgende les hier meer over.

Wat voor soort warmte transport wordt voor het verwarmen van de aarde door de zon gebruikt

1. geleiding
2. stroming
3. straling

Wat voor soort warmte transport is er als je de radiator aanraakt

1. geleiding
2. stroming
3. straling

Wat voor soort warmte transport wordt door de centrale verwarming gebruikt

1. geleiding
2. stroming
3. straling

Welke trui wordt het warmste als de zon schijnt

1. een oranje trui
2. een donker rode trui
3. een licht rode trui
4. een roze trui

welke manier van warmte transport is er als je boven een vlam voelt

1. geleiding
2. stroming
3. straling

welke manier van warmte transport is er als je naast een vlam voelt

1. geleiding
2. stroming
3. straling

Als je een ijsje in de zomer wilt vervoeren, kun je dan een ijsmuts gebruiken?

1. nee natuurlijk niet, een ijsmuts houdt iets warm (je hoofd)
2. ja, natuurlijk wel, het houdt de warmte buiten

Wat heb je geleerd

• korte herhaling van de vorige lessen.
• warmtetransport, wat is dat.
• geleiding
• stroming
• straling

huiswerk

maak van 5.4:

49, 50, 52, 53, 55, 56, 60, 61, 63