KD Int 1 les 2 Cultuur1

 Wat is cultuur?
Keuzedeel Internationaal 1:
overbruggen (interculturele) diversiteit
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Keuzedeel INTMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

 Wat is cultuur?
Keuzedeel Internationaal 1:
overbruggen (interculturele) diversiteit

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wie ben ik?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hst 2 Cultuur
Aan het eind van dit hoofdstuk:
  • weet je wat cultuur is
  • weet je wat de kenmerken van je eigen cultuur (en de Nederlandse) zijn
  • begrijp je de ui-theorie van Hofstede en kun je deze toepassen
  • begrijp je hoe je eigen cultuur je gedachten en je gedrag beïnvloeden
  • weet je wat vooroordelen zijn en herken je deze in contact met anderen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Culturele diversiteit verrijkt ons allemaal. 
Dat is het interessante en boeiende aan een samenleving met mensen uit verschillende culturen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hst 2 Cultuur
Aan het eind van dit hoofdstuk:
  • weet je wat cultuur is
  • weet je wat de kenmerken van je eigen cultuur (en de Nederlandse) zijn
  • begrijp je de ui-theorie van Hofstede en kun je deze toepassen
  • begrijp je hoe je eigen cultuur je gedachten en je gedrag beïnvloeden
  • weet je wat vooroordelen zijn en herken je deze in contact met anderen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

CULTUUR

Slide 7 - Mind map

Cultuur of beschaving is het geheel aan gewoonten en (gedrags)regels dat bij een volk of stam hoort; cultuur
is dat wat de mens schept; al die dingen die mensen denken, doen en hebben: gewoonten en gebruiken,
godsdienst, normen en waarden, bestaanswijze, muziek en voorwerpen, eetgewoonten en wijze van kleden,
bouwwerken.
Wat is cultuur?
Cultuur is een vorm van mentale programmering. Het zijn patronen van gedachtes, gevoelens en gedrag.
Mentale programmering bestaat op drie niveaus:
  • menselijke natuur
  • cultuur
  • persoonlijkheid

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is cultuur?
Je mentale programmering bepaalt hoe je reageert op alle daagse zaken als groeten, eten, tonen van emoties enzovoort.

Slide 9 - Slide

Mentale programmering bestaat op drie niveaus:
1. menselijke natuur
Deze patronen zijn aangeboren en daarmee universeel, alle mensen hebben dit in zich.
Bijvoorbeeld: Alle mensen kunnen zich wel eens boos, verdrietig of bang voelen.
2. cultuur
Deze patronen zijn aangeleerd en zijn specifiek voor een groep mensen. Het maakt het verschil tussen de ene en de andere groep mensen. Cultuur gaat over van generatie op generatie.
Bijvoorbeeld: In sommige culturen is het niet netjes als een jongere een volwassene recht in de ogen aankijkt tijdens een gesprek. Kinderen leren van hun ouders dat zij dit niet moeten doen en zij leren dat hun kinderen ook weer.
3. persoonlijkheid
Deze patronen zijn zowel aangeboren als aangeleerd en maken een persoon uniek
Elke cultuur heeft zijn eigen waarden en normen. 
Ouderen spreek je aan met u.
Als je ergens iets van vindt, mag je dat gewoon zeggen.
Respect
Vrijheid van meningsuiting
NORMEN
WAARDEN

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Religie
Veel culturen hebben een religie of geloofsovertuiging als basis. 
Een religie bevat veel waarden, normen en gewoontes en helpt het ontstaan en het doel van de mensheid te verklaren. 

Cultuur en religie zijn twee verschillende dingen, maar lopen vaak wel door elkaar.

Slide 11 - Slide

 Het katholieke geloof heeft bijvoorbeeld als basis de bijbel. Dit is wereldwijd zo. Maar een katholiek in Mexico viert bijvoorbeeld Dios de los Muertos, een feestdag waarbij de doden worden herdacht en mensen zich verkleden als skelet. Dit wordt op een katholieke feestdag gevierd, maar in de bijbel staat niets over deze feestdag genoemd. Een katholiek in Europa viert deze feestdag niet. Deze feestdag is dan ook onderdeel van de Mexicaanse cultuur en hoort niet bij religie.
Wat zijn de vijf grootste religies/ geloofsovertuigingen?

Slide 12 - Open question

De vijf grootste religies en geloofsovertuigingen zijn: boeddhisme, christendom, islam, hindoeïsme en jodendom.
Cultuurverandering
Culturen blijven niet eeuwig en altijd hetzelfde. Ze veranderen omdat mensen veranderen. De basis blijft steeds hetzelfde. Maar doordat we kennismaken met andere culturen kunnen we ook dingen overnemen.

Voorbeelden?

Slide 13 - Slide

Bijvoorbeeld Chinees, Turks of Surinaams eten, het gebruik van Engelse woorden in onze taal enzovoort.
Opdracht 2 cultuur
Groepjes van 4


Welke (soorten) culturen ken je? Noem er vier.
Welke normen horen daarbij?
Welke waarden horen daarbij?
Welke symbolen horen daarbij?
Welke rituelen horen daarbij?
Hoort er een held bij?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Inhoud Keuzedeel
  1. Kerntaak D1-K1: Zet interculturele sensitiviteit in 
  2. Kerntaak D1-K2: Verbindt mensen met verschillende culturele achtergronden
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/caribische-deel-van-het-koninkrijk/vraag-en-antwoord/waaruit-bestaat-het-koninkrijk-der-nederlanden#:~:text=Bonaire%2C%20Sint%20Eustatius%2C%20Saba%20zijn,Caribisch%20deel%20van%20het%20Koninkrijkrijk.

Dit keuzedeel gaat over  cultuur en hoe cultuurverschillen van invloed zijn op de communicatie tussen mensen. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Praktische zaken
  • Licentie BoomBeroepsonderwijs (combi-pakket)  > account maken/ inloggen; Internationaal KD10 K021 2021  Groepscode: 
  • Periode 2 en3 : 20 lesweken á 1 lesuren  
  • instructie en opdrachten maken
  • Examen Prove2Move > presentatie 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Planning leermiddel
  1. Hst 1:  Introductie
  2. Hst 2: Cultuur
  3. Hst 3: Cultuurverschillen
  4. Hst 4: Interculturele samenwerking
  5. Hst 5: Uitdaging   
  6. examen Prove2Move

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. Je weet wat cultuur is.
  2. Je kent de kenmerken van je eigen (en de Nederlandse) cultuur.
  3. Je begrijpt de ui-theorie van Hofstede en kunt deze toepassen.Je begrijpt hoe je eigen cultuur je gedachten en je gedrag beïnvloeden.
  4. Je weet wat vooroordelen zijn en herkent deze in contact met anderen.
  5. Je begrijpt wat cultuurshock is.
  6. Je herkent verschillen en overeenkomsten tussen culturen.
  7. Je begrijpt de theorie van Pinto over F- en G-culturen en kunt deze toepassen.
  8. Je weet wat interculturele sensitiviteit is en in hoeverre je dat zelf bent.
  9. Je kunt je verplaatsen in mensen met een andere culturele achtergrond.
  10. Je kunt in contact met anderen omgaan met cultuurverschillen.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions