H4.4 Globalisering

§4.4 Globalisering verbindt de wereld
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§4.4 Globalisering verbindt de wereld

Slide 1 - Slide

Welzijn
Welvaart
Hoog BBP/hoofd
Naar school gaan
Voldoende voedsel kunnen kopen
Toegang tot zorg
Op vakantie kunnen
Een auto hebben

Slide 2 - Drag question

Hoe ontwikkeld een land is, kun je vaak weten door te kijken naar de beroepsbevolking. Wat voor soort werk doen de mensen?
Centrum
Periferie
Semi-periferie
Tertiaire sector
Secundaire sector
Primaire sector

Slide 3 - Drag question

Welk soort land, en waarom?

Slide 4 - Slide

Leerdoelen

  1.  Je weet door welke ontwikkelingen de wereld steeds meer 'krimpt'.
  2. Je begrijpt waarom sommige gebieden meer profiteren van de globalisering dan anderen.
  3. Je kunt goederen indelen naar grondstoffen, halffabricaten en eindproducten.

Slide 5 - Slide

Krimpende wereld
Eet je wel eens ananas? Of mango? Of heb je een mobieltje? Of draag je spijkerbroeken?

Weet je waar je spullen allemaal vandaan komen? Of gemaakt zijn?

Dit komt doordat gebieden op aarde steeds meer met elkaar verbonden raken. Dit noem je globalisering.

Slide 6 - Slide

Globalisering
Gebieden en mensen raken steeds meer met elkaar verbonden. Dat noem je globalisering.



Slide 7 - Slide

Voorbeelden van MNO's

Slide 8 - Slide

Oorzaken globalisering
Technologische ontwikkeling
Afstand tussen gebieden verdwijnt (krimpen). Dit komt door onder andere het internet, vliegtuigen en schepen.
Verdwijnen van handelsbelemmeringen
De grenzen vanaf 1990 open voor de wereldmarkt. Hierdoor is handel gemakkelijker. Invoerbelastingen verdwijnen.
multinationale ondernemingen (mno).
Vanaf 1975 ontwikkelen bedrijven zich tot bedrijven die zich overal ter wereld op meerdere plekken vestigen 

Slide 9 - Slide

Het wereldsysteem verandert

Slide 10 - Slide

Drie soorten goederen
-> Grondstoffen: nog niet bewerkte goederen - (periferie)
-> Halffabricaten: bewerkte grondstoffen - (semiperiferie)
-> Eindproducten: producten die gereed zijn en verkocht kunnen worden - (centrum)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Van grondstof naar eindproduct
Vroeger:
Periferie -> verkoop van grondstoffen
Centrumlanden -> productie van halffabricaten en eindproducten

Tegenwoordig:
Periferie / semiperiferie -> Productie van halffabricaten en eindproducten
Centrumlanden -> sluiting van fabrieken

Slide 13 - Slide

Welvaart verschuift
Vroeger:
Periferie -> arm
Centrumlanden -> rijk door de productie van goederen

Tegenwoordig:
Periferie / semiperiferie -> economie groeit
Semiperiferie -> economie groeit harder door productie halffabricaten en eindproducten
Centrumlanden -> sluiting van fabrieken

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Problemen
Door de verschuiving binnen het wereldsysteem zijn er winnaars, maar ook verliezers. 
Verliezers:
- Veelal in Afrika ten zuiden van de Sahara.
*periferie
> Vaak geen grondstoffen
> mno's willen niet investeren
*centrumlanden
> door globalisering worden sommige mensen hier ook armer dan eerst

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

aan de slag
eerst 10 minuten in stilte
maken paragraaf 4: globalisering
opdracht: 1 t/m 4
Klaar -> nakijken!

Slide 18 - Slide

vraag bij het filmpje
waarom koopt Amerika peren van Argentinie in plaats van het zelf te produceren/maken

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

waarom koopt Amerika peren van Argentinie in plaats van het zelf te produceren/maken

Slide 21 - Open question

Waarom worden Argentijnse peren naar Thailand verscheept voordat ze naar de Verenigde Staten gaan?
A
Om te profiteren van goedkopere arbeidskosten in Thailand
B
Vanwege een speciale vraag naar in siroop verpakte peren in Zuidoost-Azië
C
Omdat het rijpingsproces van de peren overeenkomt met de scheepstijd naar Thailand
D
Omdat de kwaliteit van het verpakken in Thailand hoger is

Slide 22 - Quiz

Wat is een groot voordeel van het internationaal verschepen van voedselproducten zoals peren, ondanks zorgen over de milieu-impact?
A
Het creëert meer banen in de scheepvaartindustrie
B
Het is uiteindelijk minder koolstofintensief dan lokaal transport
C
Het zorgt voor een constante voorraad van producten het hele jaar door
D
Het helpt bij het verminderen van de wereldwijde voedselverspilling

Slide 23 - Quiz

Wat is een potentieel nadeel van het importeren van voedselproducten uit het buitenland?
A
Verhoging van de lokale werkgelegenheid.
B
Vermindering van de globale koolstofvoetafdruk.
C
Risico op verlies van lokale landbouwvaardigheden en -industrieën.
D
Verbetering van de binnenlandse economie.

Slide 24 - Quiz

Wat zijn grondstoffen?
A
aardolie, aardgas, hout en water
B
hout, water, aardolie en aluminium
C
benzine, aardgas, water en hout
D
zonne-energie, water, wind en aardgas

Slide 25 - Quiz

De wereld krimpt

Globalisering betekent....
A
Dat gebieden minder verbonden raken
B
Dat veel gebieden toegang hebben tot internet
C
Dat gebieden meer verbonden raken
D
Dat veel gebieden belangrijk zijn in economie

Slide 26 - Quiz

Sleep de afbeeldingen naar de juiste categorie.
Grondstoffen
Half
fabricaten
Eindproducten

Slide 27 - Drag question

Grondstof
Halffabricant
Eindproduct
Periferie
Semi-Periferie
Centrum

Slide 28 - Drag question

Beoordeel de volgende stellingen. Welk antwoord is juist?
I De productie van grondstoffen levert meer op dan de productie van eindproducten.
II De productie van halffabricaten levert meer op dan de productie van eindproducten.
A
I is juist II is onjuist
B
I is onjuist II is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 29 - Quiz

Vragen?
vragen?

Slide 30 - Slide