Module gedrag; Stress ; N3 + N4

Module gedrag; Stress ; N3 + N4

Zakija Hajji - z.hajji@yuverta.nl
1 / 37
next
Slide 1: Slide
PaardMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Module gedrag; Stress ; N3 + N4

Zakija Hajji - z.hajji@yuverta.nl

Slide 1 - Slide

Waar gaan we het deze week over hebben?

  • Omgang met stress
  • Displacement
  • Stereotyp gedrag
  • Learned helplessness 
  • Tonic immobility coping

Slide 2 - Slide

Omgang met stress
  • Stress wordt vaak gezien als negatief, maar stress kan nuttig en soms zelfs noodzakelijk zijn.
  • Stress ontstaat bij onvoorspelbare of oncontroleerbare situaties.

Twee soorten stress:
  • Acute stress: Korte termijn, effectief voor overleving --> adrenaline
  • Chronische stress: Langdurig, schadelijk voor de gezondheid.

Slide 3 - Slide

Het hormoon adrenaline zorgt ervoor: dat de hartslag.....
A
Vertraagt
B
Verhoogd

Slide 4 - Quiz

Het hormoon adrenaline zorgt ervoor: dat de ademhaling.....
A
Versnelt
B
Vertraagt

Slide 5 - Quiz

Het hormoon adrenaline zorgt ervoor: dat de spieren.....
A
Ontspannen
B
Aanspannen

Slide 6 - Quiz

Het hormoon adrenaline zorgt ervoor: dat de pupillen.....
A
Verkleinen
B
Vergroten

Slide 7 - Quiz

Het hormoon adrenaline zorgt ervoor: dat je !wel of niet! gaat transpireren (zweten)
A
Wel
B
Niet

Slide 8 - Quiz

Het hormoon adrenaline zorgt ervoor: dat je !minder of meer! alert bent
A
Minder
B
Meer

Slide 9 - Quiz

Displacement Gedrag
  • Soms vertonen paarden stressgedrag zonder duidelijke functie.
  • Voorbeelden: Gapen bij de hoefsmid, kauwen op touw tijdens opzadelen.
  • Dit heet displacementgedrag: Verplaatsing van gedrag.
  • Komt voor bij verwarring, angst of frustratie.
  • Wordt vaak gezien als verveling, maar wijst op stress.
  • Paarden kunnen niet vluchten, dus tonen ander gedrag om spanning te verminderen.

Kenmerken displacementgedrag:
  • Ongepast gedrag voor de situatie.
  • Gedrag om met stress om te gaan. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Stereotype gedrag
  • Langdurige stress kan leiden tot stereotype gedrag.
  • Stereotype gedrag is een vorm van displacement.
  • Komt vaak voor bij paarden die veel op stal staan.
  • Ontstaat door chronische stress of onrust in de omgeving.
  • Stereotype gedrag: Herhaalde, dwangmatige bewegingen die op het eerste gezicht geen functie heeft.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Luchtzuigen/Kribbebijten
Weven
Box walking
Het paard loopt voortdurend rondjes door zijn stal
Het paard verplaatst ritmisch, afwisselend zijn gewicht van zijn linker- op zijn rechtervoorbeen
Het paard zet zijn tanden op een rand en spant de nekspieren zodanig aan dat de slokdarm open komt te staan

Slide 14 - Drag question

Stereotype gedrag - Oorzaken
  • Oorzaken: Lichamelijk (bijv. maagproblemen) en psychisch (weinig beweging, sociaal contact).
  • Endorfine komt vrij bij stereotype gedrag; geeft een geluksgevoel.
  • Dit werkt als een verslaving, waardoor het paard het gedrag blijft herhalen.
  • Moeilijk te hertrainen; preventie is de beste aanpak.
  • Voorkom verveling, zorg voor beweging, voldoende ruwvoer en sociaal contact.
  • Kopiëren van gedrag door paarden is niet wetenschappelijk bewezen. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Stereotype gedrag - Stadia
  • Stadium 1: Paard reageert nog op omgeving; gedrag stopt bij het weghalen van de stressprikkel.
  • Stadium 2: Gedrag herhaalt zich bij vergelijkbare prikkels; alleen stoppen door prikkel te vermijden.
  • Stadium 3: Gedrag zonder prikkel; omgeving heeft geen invloed meer, afleren is super lastig.
  • Ingrijpen: Aanpassen van omgeving en stimuleren van natuurlijk gedrag blijft belangrijk in elk stadium! 

Slide 17 - Slide

Wat is GEEN oorzaak van stereotype gedrag?
A
Te weinig sociaal contact
B
Te weinig ruwvoer
C
Te weinig training

Slide 18 - Quiz

Waarom is stereotype gedrag zo moeilijk af te leren?
A
Ze raken er als het ware aan verslaafd
B
De oorzaak is moeilijk te achterhalen
C
Er zijn weinig oplossingen om de stress te verlichten

Slide 19 - Quiz

Welk stofje maakt het paard aan bij het uitvoeren van stereotype gedrag?
A
Dopamine
B
Endorfine
C
Insuline

Slide 20 - Quiz

Is stereotype gedrag altijd schadelijk voor het paard?
A
Ja, sommige op korte termijn en sommige op lange termijn
B
Ja, vanaf het moment dat het paard het eerste gedrag vertoond
C
Nee, dat ligt aan het soort stereotype gedrag

Slide 21 - Quiz

Wat is stereotype gedrag?
A
Gedraging zonder functie
B
Een steeds herhaalde, dwangmatige beweging
C
Lusteloos voor je uit staren

Slide 22 - Quiz

Hoe ontstaat stereotype gedrag?
A
Chronische stress uit de omgeving
B
Een tekort aan bepaalde vitamines
C
Aangeleerd gedrag

Slide 23 - Quiz

Soms zijn er meerdere paarden op één stal die stereotype gedrag vertonen. Welke uitspraak is juist?
A
Je moet paarden met stereotype gedrag apart zetten, anders neemt de rest het over.
B
Als meerdere paarden stereotype gedrag vertonen kan dit met het stal management te maken hebben.
C
Als de paarden voldoende vrije beweging hebben, ligt het niet aan het stal management.

Slide 24 - Quiz

Learned helplessness
  • = aangeleerde hulpeloosheid door stress
  • Dier leert dat het geen invloed heeft op zijn situatie.
  • Overlevingsstrategieën werken niet meer; paard geeft op.
  • Gedrag wordt passief en lijkt hulpeloos.
  • Kan leiden tot depressie-achtige verschijnselen.
  • Het is een totale staat die dagen of soms zelfs weken duurt





  •  

Slide 25 - Slide

Tonic immobility coping
  • Paarden kunnen verstijven van angst bij extreme stress.
  • Dit gedrag is soms zinvol bij een aanval door een roofdier.
  • Roofdieren laten vaak los als de prooi lijkt te zijn gestorven.
  • Paard kan dan ontsnappen door weg te rennen.
  • Andere dieren, zoals konijnen, vertonen vergelijkbaar gedrag

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Waar of niet waar???
Als je denkt dat de stelling juist is, steek je het groene kaartje in de lucht.
Is die onjuist? Steek dan het rode kaartje in de lucht!

Slide 28 - Slide

Waar of niet waar?

Een paard met stress maakt ENDORFINE aan.....

Slide 29 - Slide

Waar of niet waar?

Een paard bepaald door middel van de ZINTUIGEN of er gevaar dreigt....

Slide 30 - Slide

Waar of niet waar?

Tijdens het VLUCHTEN kan een paard zijn gedrag sturen....

Slide 31 - Slide

Waar of niet waar?

Opgetrokken neus en lippen kunnen tekenen zijn van STRESS....

Slide 32 - Slide

Waar of niet waar?

DISPLACEMENT gedrag gebruikt een paard om met een stressvolle situatie om te gaan ....

Slide 33 - Slide

Waar of niet waar?

Elk paard gaat met DEZELFDE manier om met stress....

Slide 34 - Slide

Waar of niet waar?

Paarden kunnen STEREOTYPE gedrag van andere paarden kopiëren....

Slide 35 - Slide

BONUSVRAAG!!! :
Wat is mijn lievelingskleur?

Slide 36 - Open question

Feedback Momentje...

Slide 37 - Mind map