Tegenwoordige tijd = present simple
- gebruik je bij feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen
- vuistregel = stam van een werkwoord
- bij he/she/it komt er een -s achter het werkwoord (denk aan de shit-regel)
Er zijn ook uitzonderingen:
- als een werkwoord eindigt op +y, dan krijgt die bij he/she/it -ies erachter
- als een werkwoord eindigt op een s-klank, dan krijgt die bij he/she/it -es erachter