Wat?: Einkaufen machen / boodschappen doen!
Hoe?: zelfstandig + Einkaufszettel (boodschappenlijstje)
Hulp?: 'spiekbriefje'
Tijd?: +- 10 minuten
Uitkomst?: je hebt geoefend met het Einkaufen
Klaar?: heb je je boodschappen bij mij of mevrouw klein Sessink gedaan?
---> zelfstandig aan het werk: blz. 106-107, opdracht 7,8,9,10