les 1 Duits

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3

1. Deutschstunde

Schrijf zoveel mogelijk woorden op die je al in het Duits kent of kunt zeggen.

Schrijf zoveel mogelijk plaatsen op die jij in Duitsland kent.

Schrijf op of je denkt dat je Duits moeilijk of juist makkelijk vindt.
Schrijf ook op waarom.

Als je in Duitsland Nederlands praat verstaan ze je ook wel.

1. Eens
2. Oneens
3. Geen mening
4. Geen idee

www.tubantia.nl

Vind je Duits nog steeds moeilijk/makkelijk. Denk je er anders over?

Waarom krijgen jullie het vak 'Duits', waarom leren jullie deze taal denk je?

00:28

Waar denk jij aan bij Duitsland?

00:39

Welk wereldberoemde Duitse lied hoor je op de achtergrond?

1. 39 Luftballons
2. 69 Luftballons
3. 89 Luftballons
4. 99 Luftballons

00:53

Welke vooroordelen ken jij over Duitsland?

01:01

Wat is de hoofdstad van Duitsland

Hoe kun je jezelf voostellen in het Duits?

(voorbeeld)

Wie stellt man sich vor auf Deutsch?

Je begint met een groet: 

Hallo / Guten Tag 

Je vertelt hoe je heet

ich bin ...

ich heiße ...

mein Name ist ...

Je vertelt hoe oud je bent

ich bin zwölf/dreizehn/vierzehn Jahre alt 

Je vertelt waar je woont

Ich wohne in ...

Je vertelt waar je vandaan komt

- Ich komme aus den Niederlanden

- Ich bin in den Niederlanden geboren

Je vertelt wat je hobby's zijn

1 hobby: mein Hobby ist ....

Meerdere hobby's: meine Hobbys  sind .... 

Enkele voorbeelden

Voetbal= Fußball spielen              gamen= Computerspiele spielen

Volleybal= Volleyball spielen       tekenen= zeichnen

Korfbal= Korbball spielen             schilderen= malen 

Tennis= Tennis spielen                   gitaar spelen= Gitarre spielen

Paardrijden= reiten                          piano spelen= Klavier spielen

Lezen= lesen                                       uitgaan= Party machen

schrijven= schreiben   met vrienden afspreken= Freunde treffen